les 6: ontstaan en verspreiding Islam (ka10)

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Les 6: KA's ontstaan en de verspreiding van de Islam

Slide 2 - Diapositive

1 t/m 9?

Slide 3 - Diapositive

- 1. levenswijze jagers en verzamelaars
- 2. groei romeins imperium 
- 3. ontwikkeling wetenschappelijk denken en politiek en burgerschap in Griekse polis
- 4. ontstaan landbouw en landbouwsamenleving
- 5. confrontatie Grieks-Romeinse cultuur en Germaanse cultuur
- 6. ontstaan stedelijke samenlevingen
- 7. ontwikkeling christendom en jodendom, monotheïstisch
- 8. klassieke vormentaal

welk tijdvak? welke jaartallen?

Slide 4 - Diapositive

levenswijze jagers en verzamelaars
groei romeins imperium 
ontwikkeling wetenschappelijk denken  en politiek en burgerschap in Griekse polis
ontstaan landbouw en landbouwsamenleving
confrontatie Grieks-Romeinse cultuur en Germaanse cultuur
ontstaan stedelijke samenlevingen
ontwikkeling christendom en jodendom, monotheïstisch
- klassieke vormentaal

Jagers en boeren (tot 3000 v.chr)
Grieken en Romeinen (3000 v.chr - 500 n.chr)

Slide 5 - Diapositive

de oudheid

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

, doordat...  /  , zodat... / , omdat... / , waardoor... / , wat wordt afgebeeld door... / , wat past... / , terwijl... / , waarmee... / , want.... / , waaruit blijkt... / , waarbij...

Slide 9 - Diapositive

1. vul in 2-tallen het schema in. gebruik 9 vd 12 begrippen.

2. pak het vragenblad en beredeneer je invulling

3. zoek een ander 2-tal en wissel uit. kom tot een overeenkomst

Slide 10 - Diapositive

Tijdvak 3
 Tijd van MONNIKEN EN RIDDERS

Slide 11 - Diapositive

Tijdvak 3 (500-1000 n.chr)
 Tijd van MONNIKEN EN RIDDERS

Slide 12 - Diapositive

 ontstaan en de verspreiding van de Islam

Slide 13 - Diapositive

gedaan in les 4!

Slide 14 - Diapositive

opdracht: teken de kaart over de verspreiding van de Islam na.
- groepjes van 4
- 5 x 20 seconden de tijd om te kijken. 

Slide 15 - Diapositive

opdracht: teken de kaart over de verspreiding van de Islam na.
- groepjes van 4
- 5 x 20 seconden de tijd om te kijken. 
- Vragen 1 t/m 6 maken
- gebruik het boek samengevat

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Oorzaken voor de snelle verspreiding

  • Moslims vormden een eenheid
  • Aangrenzende rijken (Perzische en het Byzantijnse) zijn zwak en hierdoor gemakkelijk te veroveren
  • goede ruiters / paarden
  • Jihad (plicht om geloof te verspreiden)
  • Islam aantrekkelijk als monotheïstische godsdienst voor stammen/volken
  • Tolerant t.o.v. christenen en joden 


Slide 21 - Diapositive

continuïteit en discontinuïteit
(of discontinuïteit)

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en politiek in de Griekse stadstaat.
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa

Slide 26 - Question de remorquage

Bij welke twee kenmerkende aspecten past de afbeelding van een aquaduct uit Frankrijk?
A
De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en denken over burgerschap in de Griekse stadstaat.
B
Klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
C
Groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde.
D
De confrontatie van de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van noordwest Europa.

Slide 27 - Quiz

Vul de ontbrekende woorden op de stippellijn in:
‘Bij een … wordt de staat geleid door een groep aanzienlijken, als een vorst het hoofd van het bestuur is, spreek je van een … .
A
aristocratie, monarchie
B
oligarchie, tirannie
C
oligarchie, dictatuur
D
democratie, imperium

Slide 28 - Quiz


Welke bewering is onjuist?
A
Als het Romeinse rijk een keizerrijk wordt, begint een periode van rust, de pax romana.
B
Romeinen konden meedogenloos zijn naar vijanden, maar respecteerden vaak godsdienst en cultuur van andere volkeren.
C
Door de verovering van Griekenland ontstond een mengcultuur en werden Grieken geromaniseerd.
D
De volksverhuizingen vanaf de 4e eeuw was één van de reden voor de val van het West-Romeinse rijk.

Slide 29 - Quiz

Na de splitsing van het Romeinse rijk in een westelijk en oostelijk gedeelte, bleef het Oost-Romeinse rijk nog lang bestaan. Uiteindelijk werd het oosten veroverd door de Turken.
Wanneer was dit?

A
476
B
830
C
1453
D
1555

Slide 30 - Quiz


Vul de ontbrekende woorden in:

Romeinen noemden de Germanen ….. ; er was sprake van minachting voor hun cultuur, maar ook bewondering voor hun vechtkunst. 
Na de slag bij Teutoburgerwoud in 9 n.C. trokken de Romeinen zich terug achter de Rijn en werd dit de ….. in het noorden.

A
Barbaren, limes
B
Bondgenoten, hoofdstad
C
Broeders, grens
D
Vijanden, legerplaats

Slide 31 - Quiz

De Bataafse leider Julius Civilis kwam in opstand tegen de Romeinen. Hij riep de Bataven bijeen in een heilig woud, men zwoer elkaar eeuwige trouw en besloot Romeinse legerplaatsen aan te vallen.

Bij welk kenmerkend aspect past deze gebeurtenis?
A
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
B
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur.
C
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich verspreidde.
D
De ontwikkeling van het jodendom en christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten.

Slide 32 - Quiz

Welke jaartallen horen bij de tijd van Grieken en Romeinen?


A
3000 v.C. – 500 n.C.
B
500 – 1000
C
0 – 500 n.C.
D
tot 3000 v.C

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Diapositive

2p
1p

Slide 35 - Diapositive

aan het werk
De opdrachten bij ka 10

Slide 36 - Diapositive

8 +10
 t/m 8 +10
21 t/m 25

Slide 37 - Diapositive