3M P2 Les 7 Nettowinst en vraag en aanbod

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Pak je schoolspullen: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje.
Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Lees de leerteksten van § 6.3.

timer
5:00
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga zitten volgens de plattegrond.
Pak je schoolspullen: etui, boek, schrift, rekenmachine en wisbordje.
Maak de startopdracht zelfstandig in stilte.
Klaar? Lees de leerteksten van § 6.3.

timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Startopdracht
  • Voorkennis
  • Uitleg  omzet en nettowinst
  • Toepassen
  • Uitleg markt en vraag en aanbod
  • Toepassen
  • Uitleg verandering vraag en aanbod en marktaandeel
  • Toepassen
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkennis

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Denken-delen-uitwisselen
Meer klanten en winst voor Hema
Hema zag het afgelopen boekjaar het aantal klanten met bijna 35 procent stijgen. Ook kochten die voor fors meer geld producten, waardoor er na jaren van verliezen weer winst is geboekt.

Bespreek: hoe denk je dat bedrijven winst maken?

timer
2:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omzet
Omzet = afzet × verkoopprijs

Opbrengst van de verkopen
Hoeveelheid producten

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omzet #5
Sam verkoopt in een weekend 400 oliebollen. De verkoopprijs van een oliebol is € 0,80 (exclusief btw).
Bereken de omzet van dit weekend.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je wisbordje

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De afzet in je smoothiebar was deze maand 3.480 smoothies. De verkoopprijs is € 4,25 per stuk.
Bereken je omzet van deze maand.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Oom Sam rekent dit weekend op een omzet van patat van
€ 825,-. De verkoopprijs van een zakje patat à 250 gram is
€ 2,20 (exclusief btw). Bereken hoeveel afzet van zakjes patat oom Sam dit weekend verwacht.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Nettowinst
Kosten die een bedrijf bij de productie maakt.
  • Huisvestingskosten
  • Loonkosten
  • Reclamekosten
  • Afschrijvingskosten
Inkoopwaarde is geen bedrijfskosten!

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nettowinst #6
Bereken de nettowinst.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nettowinst #7
Bereken de nettowinst in procenten van de omzet.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wisbordjes klaar!

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voorbeelden van bedrijfskosten?
A
Huur van bedrijfspand
B
Inkoopwaarde van fietsonderdelen
C
Loonkosten van het personeel
D
Afschrijvingskosten van bestelbus

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een tijdschriftenkiosk heeft in september een omzet van
€ 14.175. De inkoopwaarde van de tijdschriften is € 5.670. De bedrijfskosten zijn € 4.920.
Bereken de brutowinst

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een gamewinkel heeft een partij van 300 spellen ingekocht voor € 9,50 per stuk. De verkoopprijs wordt € 18,95. De bedrijfskosten zijn € 865.
Bereken de nettowinst.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Toepassen
Wat? Maak § 6.2 opdracht 2 t/m 11 (blz. 164-167).
Ben je klaar? Maak de plusopdrachten.

timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Concrete markt
Een plaats waar kopers en verkopers elkaar ontmoeten.
Abstracte markt
Geheel van vraag naar en aanbod van een bepaald product.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag en aanbod
Evenwichtsprijs
Evenwichtshoeveelheid

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag en aanbod
Evenwichtsprijs
Evenwichtshoeveelheid
Omzet = 25.000 × € 1.750 = € 43.750.000

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wisbordjes klaar!

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor markt is de huizenmarkt?
A
Concrete markt
B
Abstracte markt

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat voor markt is Amazon.nl?
A
Concrete markt
B
Abstracte markt

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de totale opbrengst van het autowassen bij de evenwichtsprijs.

Slide 27 - Question ouverte

500 ÷ 10 ÷ 4 = 12,5 opdrachten
Welkom
Aan de slag!
Wat? Maak § 6.3 opdracht 2 t/m 11 (blz. 164-167).
Hoe? Zelfstandig met overleg.
Klaar? Maak de plusopdrachten.






timer
15:00

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toepassen
Wat? Maak § 6.2 opdracht 2 t/m 11 (blz. 164-167) 
en § 6.3 opdracht 2 t/m 9 (blz. 168-171).
Klaar? Maak de plusopdrachten.

timer
15:00

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag en aanbod
Meer producenten → aanbod stijgt.
De aanbodlijn verschuift naar rechts.
Evenwichtsprijs daalt!

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag en aanbod
Inkomen consumenten stijgt → vraag stijgt.
De vraaglijn verschuift naar rechts.
Evenwichtsprijs stijgt!

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marktaandeel
Hoeveel producten een bedrijf verkoopt in vergelijking tot de andere bedrijven. 
Kinderfietsen =
399.040 ÷ 43 × 12 = 111.360

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wisbordjes klaar!

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de gevraagde hoeveelheid apps gestegen of gedaald? Licht je antwoord toe.

Slide 35 - Question ouverte

500 ÷ 10 ÷ 4 = 12,5 opdrachten
In een snackbar is het marktaandeel van kroketten 21%. Er worden er 105 verkocht. Frikandellen hebben een marktaandeel van 17%.
Bereken hoeveel frikandellen er worden verkocht.

Slide 36 - Question ouverte

500 ÷ 10 ÷ 4 = 12,5 opdrachten
Toepassen
Wat? Maak § 6.2 opdracht 2 t/m 11 (blz. 164-167)
en § 6.3 opdracht 2 t/m 9 (blz. 168-171).
Klaar? Maak de plusopdrachten.

timer
10:00

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aart is tevreden over zijn bedrijf. In 2015 bedroeg zijn brutowinst € 150.000. De inkoopwaarde was € 96.000 en de totale bedrijfskosten waren € 59.500.
Bereken de nettowinst.

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken de omzet bij de evenwichtsprijs.

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je agenda
Datum: 
Maken: § 6.2 opdracht 2 t/m 11 en 
§ 6.3 opdracht 2 t/m 9.
Leren: kennisoverzichten van 5.1 t/m 6.3.


timer
0:30

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions