Leerdoelen 3.3 en 3.4

22. Wat is een bedrijfstak?
groep gelijksoortige bedrijven (bv onderwijs of bouw)
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

22. Wat is een bedrijfstak?
groep gelijksoortige bedrijven (bv onderwijs of bouw)

Slide 1 - Diapositive

23. Wat is een CAO?
(en: wie sluiten deze af, voor wie geldt deze en wat staat erin?)
Collectieve arbeidsovereenkomst, gezamelijke afspraken over de arbeidsvoorwaarden. Werknemers en werkgevers uit een bedrijfstak spreken dit samen af. Wat staat erin:
  1. werktijden
  2. loon
  3. vakantiedagen

Slide 2 - Diapositive

24. Wat is brutoloon?
Loon wat je met de werkgever hebt afgesproken en waarop nog niets is ingehouden.

Slide 3 - Diapositive

25. Wat is nettoloon?
Loon wat je ontvangt op je bankrekening.
Nettoloon = Brutoloon - inhoudingen

Slide 4 - Diapositive

26. Wat is het verschil tussen het brutoloon en het nettoloon?
de inhoudingen. Loonbelasting en sociale premies

Slide 5 - Diapositive

27. Waar bestaan inhoudingen uit?
Loonbelasting en sociale premies

Slide 6 - Diapositive

28. Wat is het minimumloon?
Het brutoloon dat een werknemer van 21 jaar en ouder minstens moet verdienen in een voltijdbaan

Slide 7 - Diapositive

29. Wat is het minimumjeugdloon?
Bij elke leeftijd onder de 21 is dit een percentage van het minimumloon. Hoe jonger, hoe lager het minimumjeugdloon is

Slide 8 - Diapositive

30. Waar gaat de Arbeidstijdenwet over?
Regels voor werk- en rusttijden

Slide 9 - Diapositive

31. Waar gaat de Arbowet over? (en: wat kun je doen ter voorkoming?)
Arbeidsomstandigheden, regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Bv: veiligheidsschoenen, helm, bril, voldoende daglicht, goede stoel en goed beedscherm

Slide 10 - Diapositive

32. Wanneer ben je werkloos?
(je moet 3 voorwaarden weten)
Als je wilt werken, maar er geen werk voor je is.
Je moet wel:
  1. tussen de 15 en pensioenleeftijd zijn
  2. geen baan hebben
  3. actief opzoek zijn naar werk

Slide 11 - Diapositive

33. Wat is ontslag?
(en: welke redenen kunnen er zijn, en wie kan dit doen?)
Als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Redenen:
  1. er is geen werk meer
  2. je wilt ander werk gaan doen
  3. de werknemer heeft zich misdragen
De werkgever (kan ontslaan) en werknemer (kan ontslag nemen) kunnen dit allebei doen

Slide 12 - Diapositive

34. Wat is een opzegtermijn?
(en: wie moet zich daar aan houden en hoe lang duurt deze?)
Tijd die tussen ontslag en einddatum van het werk zit. Tijd voor de werkgever om op zoek te gaan naar een nieuwe kracht, tijd voor de werknemer om op zoek te gaan naar ander werk. Opzegtermijn is vaak 2 of 1 maand

Slide 13 - Diapositive

35. Wat is de WW?
(en: welke betekenis heeft ww en wanneer is hier recht op?)
WerkloosheidsWet: uitkering die je kunt krijgen als je werkloos geraakt bent. Heb je recht op als je:
  1. buiten je schuld bent ontslagen
  2. als je minimaal 26 weken gewerkt hebt
  3. als je beschikbaar bent voor werk

Slide 14 - Diapositive

36. Wat is het UWV?
(en: welke 3 dingen doen ze?)
UWV: overheidsinstelling. Je moet er staan ingeschreven, ze kijken of je recht hebt op een ww-uitkering en ze helpen ook met het zoeken naar ander werk.

Slide 15 - Diapositive

37. Hoe lees je een lijndiagram?
(denk aan wat op de y-as vermeld staat bij grote getallen of bedragen)
op de y-as staan de getallen, bedragen. Op de x-as waar het om gaat

Slide 16 - Diapositive

38. Wat zijn technologische ontwikkelingen?
(en: waar kunnen ze uit bestaan
Robots, machines en computers zorgen ervoor dat werk overgenomen wordt van mensen. Er komen ook nieuwe beroepen uit voort.

Slide 17 - Diapositive

Einde

Slide 18 - Diapositive