tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

tekstverbanden en signaalwoorden

tekstverbanden

Je hebt verschillende soorten tekstverbanden zoals:

• chronologisch
• opsommend
• tegenstellend
• toelichtend

chronologisch tekstverband

Een chronologish tekstverband beschrijft gebeurtenissen in de juiste volgorde.

signaalwoorden: vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort- ook jaartallen en data

opsommend tekstverband

Bij een opsommend tekstverband worden dingen achter elkaar opgenoemd.

signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, bovendien, ook (nog), verder, ten slotte, en, niet alleen

tegenstellend tekstverband

Bij een tegenstellend tekstverband worden tegenovergestelde dingen genoemd

signaalwoorden: maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel, ofschoon,  ondanks dat, aan de ene kant ... aan de andere kant

toelichtend tekstverband

Bij een toelichtend tekstverband wordt extra informatie gegeven bijvoorbeeld met een voorbeeld.

signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou

Het is erg moeilijk, maar mijn klasgenoot vindt het erg makkelijk.

1. chronologisch tekstverband
2. opsommend tekstverband
3. tegenstellend tekstverband
4. toelichtend tekstverband

Er zijn heel erg veel dieren. De hond is daar eentje van. Hij heeft veel spullen nodig zoals een riem.

1. toelichtend tekstverband
2. chronologisch tekstverband
3. opsommend tekstverband
4. tegenstellend tekstverband

Toen ik wakker werd bleef ik eerst even liggen. Daarna ging ik eten omkleden en naar school.

1. tegenstellend tekstverband
2. chronologisch tekstverband
3. toelichtend tekstverband
4. opsommend tekstverband

Ik heb ten eerste een tafelkleed nodig, ten tweede glazen, ten derde borden, ten vierde bestek.

1. chronologisch tekstverband
2. toelichtend tekstverband
3. tegenstellend tekstverband
4. opsommend tekstverband

Voor school heb je verschillende dingen nodig zoals: boeken, potloden, pennen en een etui.

1. opsommend tekstverband
2. chronologisch tekstverband
3. tegenstellend tekstverband
4. toelichtend tekstverband

wat is het signaalwoord?
Het is erg moeilijk, maar mijn klasgenoot vond het erg makkelijk.

1. erg
2. maar
3. vond
4. het