5.2 en 5.3 arm en rijk

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

H5 Arm en rijk par 2 en 3

In par. 5.2 kijken we naar deze!

Wordt ook wel de dienstensector genoemd

Wat is het beroep van je ouders/verzorgers?

Let op: in sommige lesboeken is bron 2 verkeerd!!!

Sleep het woord dat er niet bij hoort naar het vak "Welk woord weg?"

Welk woord weg?

Horen bij elkaar

Afghanistan

Primaire sector

Industrie

Ontwikkelingsland

Ethiopië

Sloppenwijken

Periferie

Sleep het woord dat er niet bij hoort naar het vak "Welk woord weg?"

Welk woord weg?

Horen bij elkaar

Centrum

Moderne landbouw

Westerse Wereld

Groot verschil arm en rijk

Ieder kind naar school

Nederland

Diensten

H5 Arm en rijk

In paragraaf 5.2 ging het vooral over "beroepssectoren" als ontwikkelingskenmerk. 

In 5.3 kijken we naar de anderen. We beginnen met economische ontwikkeling

H5 Arm en rijk

Om de economische ontwikkeling te meten, wil je eigenlijk weten hoeveel alle inwoners van een land bij elkaar verdienen. 

Dit noem je het bruto binnenlands product (soms ook bruto nationaal product). 

H5 Arm en rijk

Als je het bruto binnenlands product deelt door het aantal inwoners krijg je het bbp per inwoner (ook wel het bbp per hoofd). 

​inwoners​​BBP​​=

BBP per inwoner

Het BBP per inwoners geeft geen compleet beeld over de rijkdom van een land. Waarom niet?

Waarom is het BBP per inwoner niet compleet

1. Rijkdom is niet alleen in geld te meten

• Gezondheidszorg
• Onderwijs

2. In een land zijn soms grote verschillen.

(vooral in periferie en semi-periferie!)

 

Waarom is het BBp per inwoner niet compleet?

Voorbeeld:

Stel: iedereen in de klas krijgt aan het einde van de les 1 euro als je goed hebt meegedaan. 

Dit wordt (omgerekend naar de lokale munt) gedaan door een docent in Nederland en een docent in Kenia. 

Waarom is dit voorbeeld voor de kinderen in Kenia anders, als je let op de koopkracht?

Waarom is het BBP per inwoner niet compleet

1. Rijkdom is niet alleen in geld te meten

• Gezondheidszorg
• Onderwijs

2. In een land zijn soms grote verschillen.

(vooral in periferie en semi-periferie!)

3. De koopkracht is niet in elk land gelijk -->
1000 euro inkomen is in Nederland niet 
hetzelfde als 1000 euro inkomen in Kenia