15.3

Deze GMF-les
15.3 Van kwaad tot erger
  • Escalatieladder
  • Opdracht 24 maken
  • WHY magazine Kloof in de samenleving
  • WHY magazine Privileges
  • Aangeven wat er gebeurt bij pestgedrag en conflicten
  • Fasen in de escalatieladder herkennen en benoemen.
  • Kloof in de samenleving kunnen benoemen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GMFMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Deze GMF-les
15.3 Van kwaad tot erger
  • Escalatieladder
  • Opdracht 24 maken
  • WHY magazine Kloof in de samenleving
  • WHY magazine Privileges
  • Aangeven wat er gebeurt bij pestgedrag en conflicten
  • Fasen in de escalatieladder herkennen en benoemen.
  • Kloof in de samenleving kunnen benoemen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
1. LVB opdracht 22 (fysiek/ verbaal geweld)
2. Maak de checks van WHY magazine p.18 'Kloof in de samenleving'

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is fysiek of verbaal geweld erger?
A
Fysiek
B
Verbaal
C
Beide even erg

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vormen van agressie
Zowel fysiek als verbaal:
  • Expressieve agressie
  • Frustratie
  • Instrumentele agressie
  • Onbeheerste agressie 

Slide 4 - Diapositive

  • Expressieve agressie: het uiten van ongenoegen over een situatie
  • Frustratie: oplopende negatieve emoties over een situatie die niet verandert. Kan leiden tot een verminderde controle over het eigen gedrag, bijv. tot een uitbarsting van geweld.
  • Instrumentale agressie: bewust agressie gebruiken om een bepaald doel te bereiken.
  • Onbeheerste agressie: agressie die onvoorspelbaar lijkt, leidt sneller tot geweld.
Noem bij iedere vorm van agressie één voorbeeld. Zie p.110 uit je boek

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Escalatieladder
De term escalatieladder (1941) komt van Friedrich Glasl.

In een conflict zijn drie fases te onderscheiden. 
1.  Rationele fase
2. Emotionele fase
3. Verbitterde strijd 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van de escalatieladder?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

De escalatieladder geeft weer hoe een conflict zich kan ontwikkelen in verschillende fasen. Een andere naam voor deze ladder is de conflicttrap. De escalatieladder is ontwikkeld door Friedrich Glasl, een Oostenrijkse politicoloog. De botsingenladder uit §1.3 gaat over het omgaan met maatschappelijke botsingen, terwijl de escalatieladder zich richt op conflicten/botsingen in het algemeen.
In dit geval betekent hoe hoger op de ladder, hoe ‘beter’ voor beide partijen. Een stap naar beneden betekent dat er iets uit de hand is gelopen (geëscaleerd), zoals een telefoontje dat totaal verkeerd overkomt. Een stap lager is een stap richting strijd en elkaar zien als vijand. Bij de botsingenladder uit het lesboek is een stap hoger juist een stap richting strijd en oorlog.
In totaal zijn er negen stappen op de ladder, die zijn verdeeld in drie fasen.
  1. De eerste fase van een conflict is een probleem dat rationeel kan worden opgelost door samen te discussiëren. Beide partijen komen er dan positief uit. Bij de derde stap in deze fase wordt het wel wat harder en zijn er meer daden dan woorden.
  2. In de tweede fase, ligt de nadruk op emoties in plaats van op rationaliteit. In deze fase is het conflict een strijd geworden waarin beide partijen ‘van elkaar willen winnen’. Het is dus niet meer zo dat ze er allebei goed uit kunnen komen. De ene partij zal het conflict winnen en de andere zal verliezen. Partijen zullen proberen mensen voor zich te winnen en steeds meer valse dingen doen. In de laatste stap in deze fase wordt er gedreigd met negatieve sancties.
  3. In de laatste, derde fase is het conflict helemaal geëscaleerd. Beide partijen beseffen dat niemand meer kan winnen, maar blijven elkaar zien als vijand. Ze gaan samen ten onder en gebruiken daarbij geweld om de ander te beschadigen. Het gaat alleen nog maar om het vernietigen van de ander. Een bemiddelaar kan dan al niks meer beginnen: het conflict zal door een rechter beëindigd moeten worden.
Opdracht
Plaats de coronamaatregelen (voorstanders/ tegenstanders) in de escalatieladder. 
Discussie over corona-extremisme in Duitsland verhardt na mondkapjesmoord (21/9/21)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kloof in de samenleving WHY p.18
Nederland kent geen zuilen meer zoals in jaren '70. 

Nu bewegen we ons vaak in onze eigen 'bubbel'. Wat is het verschil? 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het gevaar als de kloof tussen hoger en lager opgeleiden groeit?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bedoelen we met privilege? 


Slide 13 - Diapositive

= voorrecht, een streepje voor hebben

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk 
  1. Lees Why 'Wit privilege', p.28-29;
  2. Beantwoord de checkvragen;
  3. Maak de test  https://streepjevoor.onderhuids.nl/ en noteer je score

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BNN test - wit privilege 

Je score is 35. Jij bent een van de meest bevoorrechte mensen in dit land. 
Je hebt veel voordelen gehad die het voor jou makkelijker hebben gemaakt bepaalde doelen te bereiken. Dat is niet iets waar je je voor hoeft te schamen, wel is het van belang je hier bewust van te zijn. 
Weet dat jouw uiterlijk, afkomst of seksualiteit jou in het verleden voordelen hebben verschaft die anderen niet hebben. 
Bedankt dat je je hebt verdiept in jouw privilege. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft wit privilege met agressie te maken?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions