Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Vaste en variabele kosten
Vaste kosten
veranderen (voorlopig)
niet als je meer of minder gaat produceren
Variabele kosten
veranderen als je meer
of minder gaat
produceren
Slide 1 - Diapositive
Variabele kosten
Naast vaste kosten hebben we ook variabele kosten zijn afhankelijk van de hoeveelheid van de productie.
Slide 2 - Diapositive
Verschuiving van de vraaglijn
Slide 3 - Diapositive
Marktvorm
Er zijn verschillende marktvormen.
Hoeveel aanbieders zijn er?
Hoeveel vragers zijn er?
Zijn de producten verschillend of hetzelfde?
Marktvorm:
Hoeveel macht heeft de producent.
Hoeveel macht heeft de consument.
Slide 4 - Diapositive
Aanbodoverschot
Prijs ligt boven het evenwicht:
Aanbod stijgt
Vraag daalt
Gevolg: Aanbodoverschot
producent komt niet van product af: Prijs gaat weer dalen
Slide 5 - Diapositive
Kortom
Vraag > aanbod = vraagoverschot
aanbod > vraag=aanbodoverschot
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Vidéo
Uitleg
TK = totale kosten. De totale kosten bestaan uit vaste kosten en variabele kosten.
Variabele kosten zijn afhankelijk van hoeveel je maakt. Hoe meer, hoe hoger de kosten.
Vaste kosten zijn niet afhankelijk van de productie.
Slide 9 - Diapositive
Omzet en winst
Van de omzet (TO) moeten de totale kosten (TK) worden betaald. Wat overblijft is de totale winst (TW).
Dus:
Totale opbrengst - totale kosten - totale winst
TO - TK = TW
Slide 10 - Diapositive
Kostprijs
De totale kosten per product noem je de kostprijs van het product. De kostprijs is afhankelijk van de hoeveelheid producten. De kostprijs per product bereken je door de totale kosten te delen door de productie.
Dus: kostprijs = TK : q.
Slide 11 - Diapositive
Totale kosten
De totale kosten (TK) kun je in een formule weergeven.
Bijvoorbeeld: TK = 2Q + 100 (Q = aantal stuks).
2Q voor de variabele kosten en
vaste kosten zin 100.
Slide 12 - Diapositive
Totale winst
Een bedrijf streeft altijd naar maximale totale winst
TO - TK = TW
Totale Omzet (verkoopopbrengt) - Totale Kosten = Totale Winst
Slide 13 - Diapositive
Hoofdstuk 2.2
2b Bij hoeveel kisten paprika's is de winst maximaal bij een prijs van € 20?
Slide 14 - Diapositive
Kartel
Kartel = Afspraken tussen bedrijven om concurrentie te verminderen
Kartelvorming = Samenwerking van landen
Nadeel = Vermindert de concurrentiepositie waardoor prijzen hoger worden.