3.8 Test Jezelf

3.8 Spelling


- voorbereiding 3.8 Test Jezelf
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.8 Spelling


- voorbereiding 3.8 Test Jezelf

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog over het sterke
en het zwakke werkwoord?

Slide 2 - Carte mentale

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank
lopen - liepen
zingen - zongen

Slide 3 - Diapositive

Sterk of zwak?

WENSEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 4 - Quiz

Sterk of zwak?

DENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord

Slide 5 - Quiz

Wat zijn zelfstandige naamwoorden ook al weer?

Slide 6 - Carte mentale

Meervoud zelfstandige naamwoorden

Drie belangrijkste manieren om het meervoud te maken van een zelfstandig naamwoord:
  1. Toevoegen van -en
  2. Toevoegen van -s
  3. Toevoegen van -'s

Slide 7 - Diapositive

Meervoud -s
Soms schrijf je het meervoud van een zelfstandig naamwoord precies op zoals je het hoort.

Ezel wordt ezels
Tafel wordt tafels
Sporter wordt sporters

Slide 8 - Diapositive

Woord eindigt op -a, -o, -i, -u, -y en heeft een lange klank

Regel: Je schrijft dan in het meervoud komma s erna. Dat noemen we ook wel een apastrof.
Pinda wordt pinda's
Taxi wordt taxi's
Paraplu wordt paraplu's
Auto wordt auto's
Lolly wordt lolly's

Slide 9 - Diapositive

Let op!!
Eindigt het woord met een lange klinker met meer letters of met een letter met accent? Dan plak je de -s eraan vast in het mv.

Shampoo --> Shampoos
Bureau --> Bureaus
Café --> Cafés

Slide 10 - Diapositive

Woord eindigt op -a, -o, -i, -u, -y en heeft een korte klank

Regel: Je krijgt dan in het meervoud een -s achter het woord.

Lente wordt lentes
Garage wordt garages

Slide 11 - Diapositive

Meervoud met -en

Paard --> paarden
Kans --> kansen
Stoel --> stoelen

Slide 12 - Diapositive

Het kan zo zijn dat:
  • je soms een letter weg moet laten in het meervoud
    vb: daad --> daden
  • je soms een letter moet toevoegen in het meervoud
    vb: fles --> flessen
  • Je soms een letter moet veranderen in het meervoud
    vb: baas --> bazen

Slide 13 - Diapositive

Meervoud van deur is ...
A
Deurs
B
Deur's
C
Deuren

Slide 14 - Quiz

Meervoud van glas is ...
A
Glasen
B
Glases
C
Glazen
D
Glazes

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
Maak Test Jezelf 3.8




timer
1:00
Toets Hoofdstuk 3 
donderdag 18 april

Meer uitleg nodig?
Bekijk een filmpje over 
't kofschip/'t sexy fokschaap

Slide 16 - Diapositive