Het verschil tussen Present Continuous en Present Simple

3.5 Het verschil tussen Present Continuous en Present Simple
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.5 Het verschil tussen Present Continuous en Present Simple

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het verschil tussen de Present Continuous en Present Simple uitleggen en toepassen 

Slide 2 - Diapositive

Leg aan het begin van de les duidelijk aan de leerlingen uit wat ze aan het einde van de les zullen leren.
Wat weet je al over de Present Continuous en Present Simple?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Present Simple
De Present Simple gebruik je voor gewoontes, feiten en algemene waarheden.

Slide 4 - Diapositive

Geef de leerlingen voorbeelden van zinnen in de Present Simple en vraag hen om zelf ook voorbeelden te bedenken.
Vorm Present Simple
Vorm: He/She/It + hele werkwoord + -s

Slide 5 - Diapositive

Geef de leerlingen de opdracht om zelf zinnen te vormen in de Present Simple en controleer of ze de vorm begrijpen.
Present Continuous
De Present Continuous gebruik je voor acties die op dit moment plaatsvinden.

Slide 6 - Diapositive

Geef de leerlingen voorbeelden van zinnen in de Present Continuous en vraag hen om zelf ook voorbeelden te bedenken.
Vorm Present Continuous
Vorm: He/She/It + is + hele werkwoord + -ing

Slide 7 - Diapositive

Geef de leerlingen de opdracht om zelf zinnen te vormen in de Present Continuous en controleer of ze de vorm begrijpen.
Verschil tussen de Present Simple en Present Continuous
Het verschil tussen de Present Simple en Present Continuous is dat de Present Simple gebruikt wordt voor gewoontes en algemene waarheden, terwijl de Present Continuous gebruikt wordt voor acties die op dit moment plaatsvinden.

Slide 8 - Diapositive

Geef de leerlingen de opdracht om zelf het verschil tussen de Present Simple en Present Continuous te verwoorden.
Oefenen
Oefen met de Present Simple en Present Continuous door de juiste vorm in te vullen in de zinnen.

All Right 3.5 assignment 6 + 7

Slide 9 - Diapositive

Geef de leerlingen de opdracht om de oefening te maken en controleer gezamenlijk de antwoorden.
Feedback geven
Geef feedback op de oefeningen van een ander. Wat kan er verbeterd worden?

Slide 10 - Diapositive

Laat de leerlingen elkaars teksten lezen en feedback geven op de inhoud en het gebruik van de Present Simple en Present Continuous.
Toepassen 
Extra practice:
Versterk jezelf 

Extra challenge: 
3.5 assignment 12
 Pas de Present Simple en Present Continuous toe in een korte tekst aan een beroemd persoon.



Slide 11 - Diapositive

Geef de leerlingen de opdracht om een kort stukje tekst over zichzelf te schrijven en de Present Simple en Present Continuous toe te passen.
Reflecteren
Reflecteer op wat je geleerd hebt. Wat ging goed en wat kan beter?

Slide 12 - Diapositive

Laat de leerlingen reflecteren op de les en schrijf dit op in hun schrift of op een formulier.
Quiz
Doe de Test Yourself om te kijken of je alles begrepen hebt.

Slide 13 - Diapositive

Maak een quiz met vragen over de Present Simple en Present Continuous om te kijken of de leerlingen de stof begrepen hebben.
Terugblik
Blik terug op de les en bespreek eventuele vragen of onduidelijkheden.

Slide 14 - Diapositive

Laat de leerlingen vragen stellen en bespreek eventuele onduidelijkheden.
Voor vrijdag
Maak de opdrachten  in het werkboek van unit 4
4.1: 1 - 2- 3
4.2:  1 - 2- 3 - 4 - 5 - 6 - 7
4.3 Lees pagina 168

Slide 15 - Diapositive

Geef de leerlingen een opdracht in het werkboek mee om de stof verder te oefenen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.