Retaillandschap en retailmarketing (exterm 14-16)

KPI's, marketingtechnieken en zoekmachinemarketing
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

KPI's, marketingtechnieken en zoekmachinemarketing

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen van de les (exterm 14-16)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

KPI (14)
KPI staat voor Key Performance Indicator. Het zijn meetbare waarden die de prestaties van een bedrijf aangeven. Bijvoorbeeld: omzet, winst, klanttevredenheid.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Marktaandeel (14)
Marktaandeel is het percentage van de totale markt dat een bedrijf heeft veroverd. Het wordt berekend door de omzet van het bedrijf te delen door de totale omzet in de markt en te vermenigvuldigen met 100.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Penetratiegraad (14)
Penetratiegraad geeft aan hoeveel mensen van een bepaalde doelgroep een product of dienst afnemen. Het wordt berekend door het aantal kopers van een product te delen door het totale aantal potentiële kopers en te vermenigvuldigen met 100.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidsproductiviteit (14)
Arbeidsproductiviteit meet de efficiëntie van de arbeid. Het wordt berekend door de totale output te delen door het aantal arbeidsuren.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vloerproductiviteit (14)
Vloerproductiviteit meet de omzet per vierkante meter vloeroppervlakte. Het wordt berekend door de totale omzet te delen door de vloeroppervlakte.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Amount per transaction (14)
Amount per transaction is het gemiddelde bedrag dat een klant uitgeeft per transactie. Het wordt berekend door de totale omzet te delen door het aantal transacties.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Items per transaction (14)
Items per transaction is het gemiddelde aantal producten dat een klant koopt per transactie. Het wordt berekend door het totale aantal verkochte producten te delen door het aantal transacties.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Conversie (14)
Conversie is het percentage bezoekers dat overgaat tot een aankoop. Het wordt berekend door het aantal transacties te delen door het aantal bezoekers en te vermenigvuldigen met 100.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent 'amount per transaction' in het Nederlands?
A
Bedrag per klant
B
Bedrag per product
C
Bedrag per transactie
D
Bedrag per maand

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt het gemiddelde bedrag per transactie berekend?
A
Totale omzet delen door aantal transacties
B
Totale omzet plus aantal transacties
C
Totale omzet vermenigvuldigen met aantal transacties
D
Totale omzet aftrekken van aantal transacties

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent conversie?
A
Percentage bezoekers dat overgaat tot een aankoop.
B
Percentage bezoekers dat inlogt op de website.
C
Percentage bezoekers dat een account aanmaakt.
D
Percentage bezoekers dat de website verlaat.

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de formule voor het berekenen van 'Items per transaction'?
A
Totale aantal verkochte producten - Aantal transacties
B
Totale aantal verkochte producten / Aantal transacties
C
Totale aantal verkochte producten x Aantal transacties
D
Aantal transacties / Totale aantal verkochte producten

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een webwinkel heeft een lage conversie. Wat kunnen de redenen zijn?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke manieren kun je bedenken om de APT te verhogen?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Actiemarketing (15)
Actiemarketing is gericht op het stimuleren van de verkoop op korte termijn, bijvoorbeeld door middel van kortingsacties of promoties.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Direct marketing (15)
Direct marketing richt zich op het direct benaderen van individuele klanten, bijvoorbeeld via e-mail, post of telefoon, met als doel directe respons te genereren.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Experience marketing (15)
Bij experience marketing draait het om het creëren van een unieke beleving voor de klant, zodat zij een positieve herinnering overhouden aan het merk of de winkel.
Voorbeelden: https://events-en-marketing.nl/4-originele-experience-marketing-voorbeelden/

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Branding (15)
Branding is het proces van het creëren van een unieke naam, logo en imago voor een product of dienst, om zo herkenning en loyaliteit te genereren.
Logoquiz: https://immaculategrid.io/logo-quiz

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale marketing (15)
Sociale marketing richt zich op het beïnvloeden van gedrag en attitudes van mensen, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid of maatschappelijke kwesties.
Denk aan SIRE-reclames: https://eenvandaag.avrotros.nl/item/sire-bestaat-50-jaar-maar-hebben-campagnes-wel-zin/

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Viral Marketing (15)
Viral marketing is gericht op het verspreiden van marketingboodschappen via bestaande sociale netwerken, zodat deze zich als een virus kunnen verspreiden.
Voorbeelden: https://blog.hubspot.com/marketing/viral-video-marketing

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

E-mail marketing (15)
E-mail marketing omvat het versturen van commerciële boodschappen via e-mail naar een doelgroep, met als doel het genereren van verkoop of het opbouwen van klantrelaties.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

One2one marketing (15)
One2one marketing is gericht op het personaliseren van marketingboodschappen en aanbiedingen op individueel niveau, gebaseerd op de specifieke behoeften en gedrag van klanten.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een dameskledingzaak stuurt een uitnodiging voor een modeshow-avond naar al hun klanten in het klantenbestand
A
viral marketing
B
direct marketing
C
sociale marketing
D
actiemarketing

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
viral marketing
B
experience marketing
C
sociale marketing
D
actiemarketing

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Search Engine Advertising (SEA) (16)
Search Engine Advertising omvat het adverteren in zoekmachines, waarbij adverteerders betalen voor de vertoning van hun advertenties boven of naast de zoekresultaten.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Search Engine Optimization (SEO) (16)
Search Engine Optimization richt zich op het optimaliseren van websites en content om hoger te scoren in de organische (niet-betaalde) zoekresultaten van zoekmachines. 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Relevante zoekwoorden
Betaalde ads
SEO
SEA

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 30 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 31 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.