woordenschat - formeel taalgebruik

Welke formele woorden van vorige week vrijdag weet je nog?
1 / 14
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welke formele woorden van vorige week vrijdag weet je nog?

Slide 1 - Question ouverte

aanvankelijk
hetzij
mits
derhalve
eveneens
daarom

eerst
als
of
ook

Slide 2 - Question de remorquage

woorden van vandaag
- alert - voortijdig- carriere
-  sensatie - sanctie
- strategie - incidenteel
- calculeren

Slide 3 - Diapositive

Waar zal de tekst over gaan?
A
een nieuwe baan
B
spijbelen
C
strafmaatregelen
D
rekenen

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Lien

Hij verlaat voortijdig de les. Wat betekent voortijdig?
A
voordat de les afgelopen is
B
tijdens de les
C
aan het einde van de les
D
op tijd

Slide 6 - Quiz

Omdat hij twee dagen heeft gespijbeld, zal er voor hem een sanctie volgen! Wat betekent sanctie?
A
cadeau
B
strafmaatregel
C
waarschuwing
D
compliment

Slide 7 - Quiz

Piet spijbelt incidenteel.
Wat betekent dit?
Denk aan het Engelse woord 'incident'
A
af en toe
B
nooit
C
heel vaak
D
elke dag

Slide 8 - Quiz

Wat betekent volgens jou 'calculeren'?

Slide 9 - Question ouverte

Aan het werk
Maak zelfstandig opdracht 4 
(blz.56)
10/15 minuutjes

Slide 10 - Diapositive

Spreekwoorden
figuurlijk / letterlijk taalgebruik

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wat betekent het spreekwoord op de vorige sheet?
A
Dat appels altijd makkelijk te vinden zijn.
B
Dat je heel erg slim bent.
C
Dat gedrag van kinderen, vaak van hun ouders vandaan komt.
D
Dat ouders hun kinderen graag nadoen.

Slide 13 - Quiz

Rebus
Je krijgt nu een werkblad met rebussen om op te lossen! 

Als je klaar bent, maak dan je eigen rebus!

Slide 14 - Diapositive