2b/k woordenschat herhaling H1 t/m 3

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

Tekst

Telefoon --> telefoonzak

Jas --> kluisje

Op tafel: 

Laptop

Vandaag:

• herhalen H1 t/m H3 woordenschat
• zelfstandig werken

Instructie

Woordenschat hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 3. 

Wat hebben jullie allemaal gehad?

Woordbetekenissen vinden.

Figuurlijk taalgebruik.

Voorvoegsels. 

woordbetekenissen vinden

woordbetekenissen vinden

- zoek naar een synoniem (ander woord met dezelfde       betekenis)

- zoek in de tekst naar de betekenis

- zoek in de tekst naar een voorbeeld

- zoek in de tekst naar een tegenstelling

- zoek in het woord naar een bekend woorddeel

José heeft dit seizoen veel wedstrijden gemist. Ze had allerlei kwalen, zoals griep, oorontsteking en migraine.

Tekst

Bij het afsluiten van een abonnement ontvangt u niet alleen een cadeau, maar u krijgt het eerste jaar een flinke korting.

Tekst

figuurlijk taalgebruik

Wat is figuurlijk taalgebruik ook alweer? 

Er wordt iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat.

Wat wordt er bedoeld met de zin:
wij wonen in het hart van de stad.

1. De stad heeft de vorm van een hart.
2. We wonen in het centrum van de stad.

spreekwoorden/gezegdes

Wanneer je een spreekwoord of gezegde niet kent, zoek je in een woordenboek naar het eerste, zelfstandig naamwoord dat je tegenkomt. Lukt het nog niet? Zoek dan op een ander belangrijk woord uit het gezegde. Bijv: Voorkomen is beter dan genezen. 

De betekenis van deze uitdrukking vind je bij voorkomen.

Instructie

Bekijk het plaatje. Welke spreekwoorden en/of gezegden kan jij hier vinden?

voorvoegsels

Sommige woorden bestaan uit een woord met een voorvoegsel. Dat voorvoegsel kan je helpen de betekenis van het woord te vinden.

Ze kunnen ook de betekenis van een woord veranderen.

lukken--> mislukken

voorvoegsels die veel voorkomen zijn:

non, on, mis, wan, her, ex-, inter-

druk

leiden

gewenst

orde

directeur

her

mis

on

wan

ex-

ZW

Wat ga je maken? 

basis: bladzijde 295 t/m 298

kader: bladzijde 229 t/m 232

Evaluatie en huiswerk

Wat beheers je al goed? 

Wat gaat nog niet zo goed?