Hygiëne en infectiepreventie

Hygiëne en infectie preventie 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
zorgMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hygiëne en infectie preventie 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Hoe kan een ziekteverloop er uit zien?
  • Acuut: in korte tijd ernstig, duurt niet lang ( griep)
  • Chronisch: vaak sluipend begin, geneest langzaam of niet      ( reuma)
  • Wisselend: bij chronische aandoeningen met perioden waarin de ziekte verergert en vermindert ( MS)



Slide 3 - Diapositive

Complicatie
Indien er bij een aandoening nog een ziekte bijkomt, is er sprake van een complicatie!

Bijvoorbeeld; griep met als complicatie longontsteking.

Slide 4 - Diapositive

Wat gebeurt er bij een infectie?
  • Een infectie begint met een besmetting! (binnendringen van micro-organismen)
  • Afweersysteem maakt de micro-organismen onschadelijk.
  • Micro-organismen gaan zich vermeerderen= infectie!



Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Micro-organismen
  • Micro = zeer klein
  • Organisme = levend wezen
  • Een micro-organismen is microscopisch klein. 

De meeste micro-organismen zijn onschuldig, maar er kunnen ook ziekteverwekkers tussen zitten. 
Voorbeelden hiervan zijn: griepvirus,  salmonella-bacteriën, E. coli-bacteriën en candida (schimmel).



Slide 7 - Diapositive

Hoe kan een zorgvrager worden besmet?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe kan een zorgvrager worden besmet?
  • Direct contact: van de ene op de andere persoon.
  • Indirect contact: door besmette bron ( bijv. faeces via de hand = kruisbesmetting= kruisinfectie).
  • Lucht: door hoesten of niezen (= druppelinfectie).



Slide 9 - Diapositive

Op welke manieren kunnen micro-organismen binnendringen?

Slide 10 - Question ouverte

Op welke manieren kunnen micro-organismen binnendringen?
  • Luchtwegen ( hoesten)
  • De mond ( voedsel)
  • De intacte huid ( seksueel overdraagbare aandoeningen)
  • Beschadigde huid ( wonden)
  • Het bloed ( transfusie)





Slide 11 - Diapositive

Infectie krijgen is afhankelijk van: 


  • Hoeveelheid micro-organismen
  •  Aanvalskracht micro-organismen
  •  Weerstand gastheer

Slide 12 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een ontsteking en een infectie?

Slide 13 - Question ouverte

  • Een ontsteking is een plaatselijke reactie van je lichaam op bijvoorbeeld een micro-organisme dat je lichaam binnenkomt. Het is een verstoorde werking van het deel van je lichaam dat ontstoken is. Dit deel doet het dan minder goed.
  • Bij een infectie reageert je hele lichaam. Je krijgt bij een infectie meer algemene klachten, zoals: koorts; een stijging van het aantal witte bloedlichaampjes; je niet lekker voelen.

Slide 14 - Diapositive

Welke micro-organismen kunnen ziekte veroorzaken? 
 
  • Bacteriën
  • Schimmels
  • Virussen
  • Parasieten

Slide 15 - Diapositive

Immuunstoffen
Als je een infectie hebt, krijgt je algemene verschijnselen. Die verschijnselen ontstaan doordat je lichaam druk bezig is om antistoffen te maken. Deze stoffen noemen we ook wel immuunstoffen. Het zijn eiwitten die het binnengekomen micro-organisme onschadelijk maken.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Opdracht 

  • Geef zelf 4 redenen waarom persoonlijke hygiëne belangrijk is.
  •  Geef aan wat jij onder persoonlijke hygiëne verstaat.
  • Noem minimaal 3 voorbeelden met de eventuele gevolgen van een slechte persoonlijke hygiëne.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk 
Boek: 
Persoonlijke verzorging wonen en huishouwen 

Lezen hoofdstuk 25 : Valpreventie 

Slide 20 - Diapositive