havo 3 23-5

Leerdoelen

Ik ken verschillende tekststructuren en kan deze 
herkennen in een tekst.

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen

Ik ken verschillende tekststructuren en kan deze 
herkennen in een tekst.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het tekstdoel bepaalt verschillende
eigenschappen van de tekst.
structuur
taalgebruik
inhoud
publicatie
(bron)
tekstsoort

Slide 2 - Diapositive

Informeren: zakelijk taalgebruik en feiten

Overtuigen: meningen en subjectief taalgebruik

Amuseren: subjectief taalgebruik, iets 'mooi willen zeggen'.
structuur

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Teksstructuren (leren voor toets)
probleem-oplossingsstructuur
verklaringsstructuur
verleden-heden(-toekomst)structuur
argumentatiestructuur
aspectenstructuur
voor- en nadelenstructuur
vraag-antwoordstructuur

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke bedoeling kiest de schrijver voor een argumentatiestructuur?
structuur
A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke structuur kiest de schrijver als hij kennis wil overbrengen?
structuur
A
voor- en nadelenstructuur
B
aspectenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
verleden-heden(-teokomst)structuur

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Publicatie
(bron)
  • (digitale)krant
  • (digitaal) tijdschrift
  • website
  • boeken / uitgeverij
  • sociale media
  • openbare ruimte
  • ...

Slide 7 - Diapositive

Structuur en tekstindeling naar Nieuw Nederlands, 6e editie.
Schrijfdoel en tekstsoort hangen dus nauw samen. 
Er is echter ook een verband tussen tekstsoort, publiek en de plaats van publiceren (bron) en taalgebruik.

Nieuwbericht: krant, nieuwswebsite, social-mediakanaal van de NOS
(breed publiek) Keuze: landelijke of regionaal? Taalgebruik is objectief en de toon is zakelijk. Structuur passend bij informerende tekst.

Interview met een jong, aanstormend zangtalent: jongerentijdschrift, jongerenwebsite, social media (jongeren in het algemeen)
of (digitaal)muziektijdschrijft, websites van radiostations, websites als musicmeter.nl (muziekliefhebbers evt. op genre). Taalgebruik is informeler, subjectiever en de toon is amicaler (voorzien van jongerentaal wellicht).

Slide 8 - Diapositive

Structuur en tekstindeling naar Nieuw Nederlands, 6e editie.
Afsluiting en vooruitblik
structuur
taalgebruik
inhoud
publicatie
(bron)
tekstsoort
De bedoeling van de schrijver

Slide 9 - Diapositive

Relatie leggen tussen kenmerken.

Samenhang benadrukken.


Aan de slag
Maak de leesopdracht.
Noteer de antwoorden op een blaadje.
Niet op de tekst of het opgaveblad schrijven a.j.b.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions