§7.6 Veilig eten

§7.6 - Veilig eten
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

§7.6 - Veilig eten

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Huiswerk
  • Leerdoelen

  • Uitleg
  • Opdracht/werkvorm
  • Afsluiting
  • Tijd over? Aan de slag

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk (=weektaak)
Mk. §7.6 - 4, 5, 6, 7, 9, 10, 13, 14
Lz. §8.1
Herhaal §7.4 en §7.6, maak de samenvatting & test jezelf

Tip voor je planning: verdeel de opdrachten over twee momenten deze week!

Slide 3 - Diapositive

Vragen over de vorige les en/of het huiswerk?

Slide 4 - Diapositive

Juiste voorbeelden van oppervlaktevergroting in het spijsverteringsstelsel zijn...
A
Kauwen en heel veel longblaasjes
B
Darmvlokken en kauwen
C
Groeien en dik worden (reservestoffen)
D
6 meter dunne darm

Slide 5 - Quiz

Wat zijn mineralen ook wel?
A
Zouten
B
Vitaminen
C
Stenen
D
Suikers

Slide 6 - Quiz

Welke twee functies heeft vet hoofdzakelijk?
A
Brandstof en reservestof
B
Bouwstof en beschermende stof
C
Beschermende stof en brandstof
D
Reservestof en bouwstof

Slide 7 - Quiz

Oorzaken verschillende
energiebehoefte

Slide 8 - Carte mentale

Wat is de functie van maagzuur?
A
Verteren
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Smaakmaker
D
Je maag onderhouden

Slide 9 - Quiz

Gal wordt gemaakt door de dit orgaan.
A
De galblaas
B
De alvleesklier
C
De lever
D
De galklier

Slide 10 - Quiz

Waar begint de vertering?
A
in de mond
B
in de slokdarm
C
in de maag
D
in de darmen

Slide 11 - Quiz

voedingsstof die direct in je bloed wordt opgenomen
voedingsstof die eerst verteerd wordt voordat het in je bloed wordt opgenomen
geen voedingsstof
alle koolhydraten behalve glucose
glucose
vetten
voedingsvezel
mineralen
eiwitten
vitaminen
water

Slide 12 - Question de remorquage

verteringssap
voedingsstoffen die verteerd worden
alleen zetmeel
alleen eiwitten
koolhydraten,
eiwitten en vetten
koolhydraten
en eiwitten
alvleessap
darmsap
maagsap
speeksel

Slide 13 - Question de remorquage

Soms als je ziek bent, heb je ook diarree. Wel orgaan doet zijn werk dan niet goed?
A
maag
B
dunne darm
C
lever
D
dikke darm

Slide 14 - Quiz

Leerdoel
Ik kan uitleggen hoe je kan voorkomen dat je ziek wordt van voedsel.


Slide 15 - Diapositive

Waarom kan je ziek worden van lekker eten?

Slide 16 - Diapositive

Hoe kun je ziek worden van eten?
Schadelijke stoffen en/of ziekteverwekkers in eten kunnen je ziek maken
Dit is te verdelen in 3 categorieën: 
- Bacteriën, schimmels en parasieten.
- Schadelijke stoffen in het milieu.
- Resten van bestrijdingsmiddelen en medicijnen.

Slide 17 - Diapositive

Bacteriën, schimmels en parasieten
- Voedselinfectie: ontstaat na het eten van ziekmakende bacteriën 
- Voedselvergiftiging: sommige bacteriën produceren toxinen, die maken je vervolgens ziek

Slide 18 - Diapositive

De EHEC-bacterie kan een voedselinfectie veroorzaken. Zoek online op welk voedingsmiddel deze bacterie kan bevatten en wat de ziekteverschijnselen zijn.

Slide 19 - Question ouverte

Schadelijke stoffen in de natuur
Boeren hebben verschillende strategieën om zo snel mogelijk, zo veel mogelijk voedsel te kunnen produceren. Hierbij worden verschillende bestrijdingsmiddelen gebruikt om gewassen veilig te houden.

Slide 20 - Diapositive

Wat komt er in je op bij het woord 'bestrijdingsmiddelen'?

Slide 21 - Carte mentale

Schadelijke stoffen in de natuur
'Pesticiden' is een verzamelnaam voor bestrijdingsmiddelen die gemaakt zijn van chemische stoffen

Slide 22 - Diapositive

Het effect van pesticiden op de natuur
Bestrijdingsmiddelen die worden ingezet door boeren komen in de grond terecht, de concentratie hoopt op. Hierdoor kunnen toxische stoffen in de voedselkringloop terecht komen.

Slide 23 - Diapositive

Giftige stoffen in de natuur
Om te bepalen hoeveel van een stof aanwezig kan zijn voordat het schadelijk is wordt er onderzoek gedaan met proefdieren.

LD50 is letale dosis 50, de dosis waarbij 50% van de organismen sterft.

Slide 24 - Diapositive

Stof A heeft een LD50 van 10, stof B heeft een LD50 van 20. Welke stof is dodelijker?
A
10
B
20

Slide 25 - Quiz

2

Slide 26 - Vidéo

01:29
Deze proefdieren leven in een ideale omgeving en worden daar ook getest. Waarom is het beter als deze dieren niet in hun ideale leefomgeving, maar in het wild worden getest?

Slide 27 - Question ouverte

04:51
Het blijkt dus dat het middel veel giftiger is dan in eerste instantie is gedacht. Is het goed om dit te blijven gebruiken? Het zorgt er immers wel voor dat de gewassen gezond blijven en de boer een betere opbrengst heeft.

Slide 28 - Question ouverte

Probeer in eigen woorden antwoord te geven op de vraag:
Hoe komt het dat je van lekker eten ziek wordt?

Slide 29 - Question ouverte

Volgende les
§8.1

Slide 30 - Diapositive

Aan het werk
- Werken aan de weektaak
- Begrippenlijst maken
- Samenvatten/Mindmap maken
- Oefenen op www.biologiepagina.nl

Slide 31 - Diapositive