4.2 Hoe ontstond de industrie?

• Maatschappijleerw
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

4.2 Hoe ontstond de industrie?

Lesdoelen

Aan het eind van deze les:

• Weet je wat katoenplantages zijn.
• Weet je wat de slavernij te maken had met de katoenplantages.
• Weet je dat het thuis laten werken van ambachtslieden huisnijverheid      betekent.
• Weet je welke energiebronnen ingezet werden tijdens de huisnijverheid.
• Ken je de opkomst van de stoommachine

Terugblik: De vorige les heb je geleerd dat:

In de 19e eeuw handwerk werd vervangen door machines

  (Industriële revolutie).

- De bevolking snel groeide en dat de productie in de landbouw en

  industrie snel toenam.

- In de industriële samenleving de meesten mensen in steden woonden.

- In de kapitalistische samenleving winst maken het belangrijkst was.

De vorige les heb je kennis gemaakt 3 verschillende sectoren.
Weet je nog welke sectoren dit zijn?

1. aardappelsector, kledingsector en dienstensector
2. landbouwsector, industriesector en dienstensector
3. industriesector, dienstensector en broodsector

Welke producten komen uit de landbouwsector?

1. Kleding, meubels
2. aardappels en vis
3. vis en kleding
4. meubels en aardappels

Beroepen waarbij je een dienst verleent aan een ander, horen bij ......

1. Landbouwsector
2. Industriesector
3. Dienstensector

Leg automatisering uit!

1. Machines en computers nemen voor een groot deel ons werk over.
2. Mensen nemen werk over van computers en machines
3. Mensen werken in een fabriek.

Op een katoenplantage

• Veel slaven werkten op een katoenplantage. ( Vooral in het zuiden van de Vernigde staten)
  
• De katoenbalen werden  met schepen naar Europa gebracht.
• In fabrieken verwerkt tot kleding.
• Afschaffing slavernij in Nederland 1810 en in de verenigde staten 1865

Aan de slag

Maken:

 Opdracht 1 en 2 op blz 14

Samen lezen: King cotton

Huiswerk

Lezen: blz 16 en 17

Maken: opdrachten 4 t/m 8