Werkwoordspelling

Persoonsvorm
tegenwoordige tijd
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Persoonsvorm
tegenwoordige tijd

Slide 1 - Diapositive

Ik ... (vinden) het nieuwste boek van Carry Slee helemaal geweldig!

Slide 2 - Question ouverte

... (Rijden) de president nog wel eens zelf in zijn auto?

Slide 3 - Question ouverte

... (Schrijven) je op wat de leraar vertelt?

Slide 4 - Question ouverte

Jij ... (beantwoorden) mijn vragen altijd goed.

Slide 5 - Question ouverte

Ik ... (zullen) nooit meer mijn boek vergeten, mevrouw.

Slide 6 - Question ouverte

Persoonsvorm
verleden tijd

Slide 7 - Diapositive

Gisteren ... (regenen) het de hele dag.

Slide 8 - Question ouverte

Mijn broertje ... (surfen) de hele avond op internet.

Slide 9 - Question ouverte

Mijn neef en zijn vriendin ... (verhuizen) afgelopen zomer samen naar Den Haag.

Slide 10 - Question ouverte

Mijn moeder ... (vergroten, vt) de foto, zodat ze hem kan inlijsten voor aan de muur.

Slide 11 - Question ouverte

Vorig jaar ... (branden) het café helemaal af.

Slide 12 - Question ouverte

Mijn tante en oom ... (reizen) afgelopen vakantie naar Israël.

Slide 13 - Question ouverte

Op de markt ... (kopen, vt) mijn zus lekkere broodjes.

Slide 14 - Question ouverte

Thijs ... (vragen, vt) aan de leraar of hij het goed gedaan had.

Slide 15 - Question ouverte

Afgelopen periode ... (lezen) de brugklassers het boek 'Like me!'

Slide 16 - Question ouverte

Onvoltooid deelwoord

Slide 17 - Diapositive

Al ... (kletsen) lopen de vriendinnen naar de les.

Slide 18 - Question ouverte

Mijn vriend ruimde gisteravond ... (mopperen) de vaatwasser in.

Slide 19 - Question ouverte

Toen we naar Friesland vertrokken, zwaaiden alle ouders ons ...(lachen) uit.

Slide 20 - Question ouverte

Voltooid deelwoord

Slide 21 - Diapositive

Vandaag ben ik samen met mijn buurmeisje naar huis ... (fietsen).

Slide 22 - Question ouverte

Bram van House of talent was ... (dalen) in de ranglijst en moest misschien wel naar huis!

Slide 23 - Question ouverte

Afgelopen zomer heb ik mijn kamer in een nieuwe kleur ... (verven).

Slide 24 - Question ouverte

Cas had zin in cake en heeft wel drie plakken voor zichzelf ... (afsnijden).

Slide 25 - Question ouverte

Dat meisje heeft tegen de lerares ... (liegen).

Slide 26 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

In de volgende opdrachten wordt een zin gegeven. Van het belangrijkste werkwoord uit die zin moet je nu een bijv. nw. maken. 
Bijvoorbeeld: we hebben een spel gespeeld --> het gespeelde spel. Jullie hoeven dan alleen 'gespeelde' in te typen.

Slide 27 - Diapositive

Veel leerlingen zijn hun boek vergeten. --> de ... boeken.

Slide 28 - Question ouverte

Twee mensen uit de klas hebben hun toets gemist. --> de ... toets

Slide 29 - Question ouverte

werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 30 - Quiz

werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 31 - Quiz

Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind
C
Vint

Slide 32 - Quiz


Afgelopen weken (besteden) we veel tijd aan werkwoordspelling
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 33 - Quiz

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 34 - Quiz

De man (verwoorden)..... vorige week zijn gevoel daarbij.
A
verwoorde
B
verwoorden
C
verwoordde
D
verwoordden

Slide 35 - Quiz

Gisteren .......... hij met bankbiljetten.
A
strooide
B
strooïde
C
strooiden
D
strooidde

Slide 36 - Quiz

De toeschouwers ....... toen PSV een doelpunt ......
A
juichen maakte
B
juichte maakte
C
juichten maakten
D
juichten maakte

Slide 37 - Quiz

De rector ..... de leerling omdat hij aan de kraan had .........
A
schorsten gedraaid
B
schorsten gedraait
C
schorste gedraaid
D
schorste gedraait

Slide 38 - Quiz

Marietje ..... omdat ze haar laptop had .........
A
baalden gemolt
B
baalde gemold
C
baalde gemolt
D
baalden gemold

Slide 39 - Quiz

Marietje ........ zich bij het ....... van de toetsvraag
A
vergistte beantwoorden
B
vergiste beantwoorde
C
vergisste beantwoorde
D
vergiste beantwoorden

Slide 40 - Quiz

De docent ....... om haar ........
A
lachte antwoorden
B
lachte antwoordde
C
lachtte antwoorden
D
lachtte antwoorden

Slide 41 - Quiz

Heb jij wel eens ......
A
gesurfd
B
gesurft
C
gesurfvt
D
gesurvd

Slide 42 - Quiz

Ze ...... mis en daardoor was ze het water in ......
A
staptte geplonst
B
staptte geplonst
C
stapte geplonst
D
stapte geplonsd

Slide 43 - Quiz

De tulpen zijn ........ en .....
A
uitgebloeit weggegooid
B
uitgebloeid weggegooid
C
uitgebloeit weggegooit
D
uitgebloeid weggegooit

Slide 44 - Quiz