23/9 H2 woordenschat formeel taalgebruik les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Formeel taalgebruik

Woorden-schat H2

Lesplanning

• Korte activiteit
• Wat weet je al?
• Instructie/quiz
  
• Werken
• Afsluiten 
  

Schrijf drie dingen op die je
van de vorige les hebt onthouden.

Lesdoel:

Aan het einde van deze les:

• kan je het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik benoemen
• weet je wanneer je formeel taalgebruik moet gebruiken
• heb je geoefend met formeel taalgebruik                                            
  

in welke situatie gebruik je formele taal?

1. aan je eigen keukentafel
2. aan te de telefoon met je vrienden
3. tijdens een sollicitatiegesprek
4. Tijdens de pauzes van school

Formeel taalgebruik

Informeel taalgebruik

''Geachte ...''

Whatsapp-bericht

''Lieve oma,''

Sollicitatiebrief

''Groetjes!''

''Ik hoor graag van u!''

Emoji's 

Deftig

Krantenartikel

Recensie

E-mail aan een docent

Formeel taalgebruik

Wat betekent 'aanvankelijk'?

1. eerst
2. en ook

Formeel taalgebruik

Wat betekent 'bij dezen'?

1. daarom
2. hierbij

Formeel taalgebruik

Wat betekent 'derhalve'?

1. daarom
2. en ook

Wat is formele taal?

 

Formele taal is taal die je gebruikt in serieuze situaties. Het is een beetje ‘stijf’. Je gebruikt het als je contact hebt met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die belangrijk zijn.

Wat is informele taal?

Informele taal is taal die je gebruikt in minder serieuze situaties. Het is ‘losser’. Je gebruikt het als je praat met je vader of moeder of als je een berichtje schrijft naar een vriend of een klasgenoot. 

• Let op: informeel betekent niet dat je meer fouten mag maken. Je gebruikt alleen wat eenvoudigere woorden, die lijken op de taal die je spreekt.
  

Formeel taalgebruik

Wat betekent 'bij dezen'?

1. daarom
2. hierbij

Formeel taalgebruik

Wat betekent 'derhalve'?

1. daarom
2. en ook

Formeel taalgebruik

Wat betekent 'mits'?

1. altijd
2. als

Formeel taalgebruik

Wat betekent 'teneinde'?

1. om
2. ook

Formeel taalgebruik

Wat betekent 'thans'?

1. nu
2. ook

Lesdoel:

Aan het einde van deze les:

• kan je het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik benoemen
• weet je wanneer je formeel taalgebruik moet gebruiken
• heb je geoefend met formeel taalgebruik                                            
  

Ik weet wat formeel taalgebruik is en kan dat herkennen en begrijpen.

😒🙁😐🙂😃

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter?

Feedback
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Werk voor deze les + huiswerk: 

Blz. 54/55, opdracht 3, 4 en 5

+ nakijken en verbeteren met een andere kleur!

Wat niet af is = huiswerk

Klaar = lezen 

Stel de volgende les vragen over fouten die je niet begreep!