Unit 3 Lesson 9

English
K3
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

English
K3

Slide 1 - Diapositive

Planning
1. Lessonaims Check
2. Grammar Recap
3. Practise or Explanation
4. Reading strategies + practise

Slide 2 - Diapositive

Lessonaims Check

Slide 3 - Diapositive


Ik ken de woorden van Unit 3
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 4 - Quiz

Ik kan zinnen maken in de Past Continuous.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 5 - Quiz

WAS or WERE?
"Lucy ... sleeping when I called."
A
was
B
were

Slide 6 - Quiz

WAS or WERE?
"We ... working in the garden."
A
was
B
were

Slide 7 - Quiz

Maak de past continuous
I ____ ______ (make) my homework during the lesson.

Slide 8 - Question ouverte

Maak de past continuous
I ____ ______ (not - make) my homework during the lesson.

Slide 9 - Question ouverte

Ik kan hulpwerkwoorden (have to/could) op de juiste manier in de zin gebruiken.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 10 - Quiz

Kies: has to - have to - don't have to - doesn't have to - could - couldn't
I ______ go to school, because we were snowed in.

Slide 11 - Question ouverte

Kies: has to - have to - don't have to - doesn't have to - could - couldn't
If you want to be a writer, you _______ know different writing styles.

Slide 12 - Question ouverte

Unit 3.2
Ik kan korte antwoorden maken bij simpele vragen.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 13 - Quiz

Is she my new neighbour?
No, ...

Slide 14 - Question ouverte

Can I meet your brother?
Yes, ....

Slide 15 - Question ouverte

Ik ken de onregelmatige werkwoorden en weet welke vorm bij welke tijd past (Past Simple/Present Perfect)
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 16 - Quiz

Vertaal 'went'.

I went to the cinema yesterday

Slide 17 - Question ouverte

I went to the cinema yesterday

'Went' is een
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 18 - Quiz

Vertaal 'broken'.

I have broken my ankle twice

Slide 19 - Question ouverte

I have broken my ankle twice

'Broken' is een
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 20 - Quiz

Ik ken de zinnen van Unit 3 (Engels - Nederlands)
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 21 - Quiz

Ik ken strategieën voor leesvaardigheid.
A
0-25%
B
25-50%
C
50-75%
D
75-100%

Slide 22 - Quiz

Grammar recap

Slide 23 - Diapositive

Practise

Online
- Self Test Unit 3
- Flashback Unit 3


Explanation

- Past Continuous
- Short Answers
- Have to/don't have to
- Could/couldn't


- Reading Strategies

Slide 24 - Diapositive

Past Continuous

Slide 25 - Diapositive

Past Continuous 

- was/were + ww + ing
- verleden tijd
- was in het verleden aan de gang
- in NL: 'ik was aan het ....' 

+ They were cleaning the house.
- They weren't cleaning the house.
? Were they cleaning the house?
Was/were
I was
You were
He/she/it was
We were
You were
They were

Slide 26 - Diapositive

Past Continuous 

- was/were + ww + ing
- verleden tijd
- was in het verleden aan de gang
- in NL: 'ik was aan het ....' 

+ They were cleaning the house.
- They weren't cleaning the house.
? Were they cleaning the house?
Was/were
I was
You were
He/she/it was
We were
You were
They were

Slide 27 - Diapositive

Maak de past continuous
I ____ ______ (make) my homework during the lesson.

Slide 28 - Question ouverte

Maak de past continuous
My parents ____ ______ (not - eat) when the telephone rang.

Slide 29 - Question ouverte

Short answers

Slide 30 - Diapositive

Short answers
Are the beans ready?

yes/no + onderwerp + herhaling van het werkwoord (+ n't)

Yes, they are.
No, the aren't.

Slide 31 - Diapositive

Short answers
Does she like him?

yes/no + onderwerp + herhaling van het werkwoord (+ n't)

Yes, she does.
No, she doesn't.

Slide 32 - Diapositive

Has your family moved here last month?
No, ...

Slide 33 - Question ouverte

Are you and your family busy now?
Yes, ......

Slide 34 - Question ouverte

Have to

Slide 35 - Diapositive

Have/has to + hele ww

Moet (verplichting/regel)

You have to be on time in class!

She has to clean up her room today.

Don't/doesn't have to - hele ww

Hoeft niet

You don't have to eat this if you're full.
He doesn't have to wake up early, he has a day off.

Slide 36 - Diapositive

Could / couldn't

Slide 37 - Diapositive

could / couldn't
= zou kunnen / zou mogen

- beleefde vorm/vraag
- voorstel
- mogelijkheid 

couldn't   =   could not

Slide 38 - Diapositive

could / couldn't
- beleefde vorm/vraag
Could you pass me the salt, please?

- voorstel
We could go skating this afternoon. 

- mogelijkheid 
It could save you some time

Slide 39 - Diapositive

Evie was very smart. She ..... read when she was four.
He ........ play football after he broke his leg.
.... you open a window, please?
We ............ find the quickest way to the hospital, so my baby was born in the car. 
.... you tell me where the police station is?
Last year we ..... go on holiday. My dad had to work.
 ..... you help us sir? 
could
couldn't 
could
couldn't 
could
couldn't
could

Slide 40 - Question de remorquage

Reading strategies

Slide 41 - Diapositive

Stappenplan
Stap 1. bekijk de tekst - titel, plaatjes, introductie)
Stap 2. lees de vraag en de antwoorden - waar moet je op letten
Stap 3. lees de tekst
Stap 4. beantwoord de vraag

Slide 42 - Diapositive

Stap 1 - bekijk de tekst
- Lengte van de tekst. Dit is belangrijk om je leesstrategie te bepalen
- Kijk naar de titel; vaak wordt er een vraag gesteld over de titel, geeft informatie over de tekst
- Kijk naar afbeeldingen, kopjes (tussenkopjes), vetgedrukte woorden

Slide 43 - Diapositive

Stap 2 - lees de vraag
- multiple choice; let op! als er gevraagd wordt dat je 1 goed antwoord moet aangeven, dan moet je niet 2 aankruisen. 
- open vraag; beantwoord een openvraag kort en bondig. 
- invulvraag; let op de signaalwoorden; bijv. because= omdat= geeft reden 
- true or false vraag; geef aan wat waar of juist of niet waar of onjuist is. 

Slide 44 - Diapositive

Stap 3- Lees de tekst
Bij een korte tekst moet je de hele tekst lezen.
Bij een lange tekst wordt vaak bij de vraag aangegeven in welke alinea je het antwoord kan vinden.

Slide 45 - Diapositive

Word Guessing Strategies

  • context gebruiken 
  • herkenbaar uit een andere taal       kindergarten
  • het soort woord                                      switch
  • deel van het woord kennen               artificial
  • voor-/ achtervoegsel                            agree / disagree


 


Slide 46 - Diapositive

Stap 4 - beantwoord de vraag
Beantwoord de vraag en check of je het goede antwoord hebt gegeven. 

Slide 47 - Diapositive

Practise Reading
1. Ga naar deze website 
2. Kies 3 teksten die je aanspreken
3. Maak de 'Preparation'
4. Lees de opdracht.
5. Lees de tekst en maak de opdracht.
6. Stuur een screenshot van je resultaat.

Liever een uitdagende tekst? Klik dan hier



Slide 48 - Diapositive