U3 Grammaire I Mettre et Prendre

U3 Grammaire I

Mettre

1 / 12

Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

U3 Grammaire I

Mettre

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Typ het rijtje van avoir!

Slide 3 - Question ouverte

Typ het rijtje van être!

Slide 4 - Question ouverte

Voor mettre gebruik je:

être

avoir

Slide 5 - Quiz

Vertaal:
Mijn moeder legt

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal:
U legt

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal:
Jij hebt gezet

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal:
Wij hebben gelegd

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal:
Mijn ouders hebben gelegd

Slide 10 - Question ouverte

Maak Ex. 8B, C en E (3.3)

Fluisteren mag

Klaar? Leer het rijtje van 'mettre' uit je hoofd

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

U3 Grammaire I Mettre et Prendre

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

21.3 Les verbes mettre et prendre

u3 apprendre 2,3

mettre

grammaire 1: mettre

Bron G + H H5

mettre

HV2A 12-13-21 het ww METTRE

Les 4 U3