mettre

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bienvenue!

Les buts d'aujourd'hui:

Na de les kan ik

- Het werkwoord mettre vervoegen in de présent et passé composé

- Ken ik de vertalingen van het werkwoord ''mettre''

Le verbe ''mettre'' 

zetten/leggen/aantrekken

présent: rijtje uit je hoofd leren

passé composé: avoir + mis

J'ai mis

Tu as mis

.......

je	mets
tu	mets
il/elle/on	met
vous	mettez
nous	mettons
ils/elles	mettent

mettre betekent:

1. zetten
2. leggen
3. aantrekken
4. geven

Inderdaad, het betekent dit allemaal. Voor het gemak oefenen we deze les met de betekenis "leggen". Je gaat nu oefenen met een aantal vormen van mettre. 

je mets

1. ik leg
2. ik legde
3. je legt
4. je legde

Vertaal: jij legt

vertaal: ik heb gelegd

nous mettons

1. wij leggen
2. wij legden
3. wij zullen leggen
4. wij hebben gelegd

nous avons mis

1. wij leggen
2. wij legden
3. wij zullen leggen
4. wij hebben gelegd

Qu'est-ce qu'il y a des questions?

Faire

Exercices 8 page 94 jusqu'à 96

Fini? Apprendre 1 et le verbe mettre