Les 10: de eilandjes van Langerhans en de bijnieren

Les 10: de eilandjes van Langerhans en de bijnieren
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 10: de eilandjes van Langerhans en de bijnieren

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de werking beschrijven van de hormonen uit de eilandjes van Langerhans en uit de bijnieren. 

Slide 2 - Diapositive

Inhoud
-Herhalingsopgaven
-Uitleg de eilandjes van Langerhans en de bijnieren
-Opgave 
-Filmpje

Slide 3 - Diapositive

​Hormonen zijn stoffen die allerlei _______ in je lichaam regelen en die bepaalde organen aansturen.
Hormonen worden gemaakt in _______.
De hormoonklieren geven de hormonen af aan het _______.
Zo worden de hormonen vervoerd door het hele lichaam.
Elk soort hormoon werkt _______.
Dit betekent dat een hormoon alleen werkzaam is op één bepaald orgaan of weefsel.
Andere organen of _______ reageren dus niet op dat hormoon.
Alle hormoonklieren bij elkaar noem je het _______.

Sleep de woorden naar de juiste plek.
weefsel
hormoonklier
bloed
processen
specifiek
hormoonstelsel

Slide 4 - Question de remorquage

Hoe ontstaat dwerggroei?

Slide 5 - Question ouverte

Welke verschijnselen kunnen zich voordoen als bij iemand de schildklier te weinig schildklierhormoon produceert?

Slide 6 - Question ouverte

De schildklier regelt niet...
A
stofwisseling
B
groei
C
spierkracht
D
ontwikkeling

Slide 7 - Quiz

De eilandjes van Langerhans en de bijnieren
Dankzij de glucose in je ontbijt kun je je op school goed concentreren. Glucose is de belangrijkste brandstof in je lichaam. Zonder glucose krijg je lichaam geen energie en werken je cellen niet meer. De hoeveelheid glucose in je bloed wordt door hormonen geregeld.

Slide 8 - Diapositive

De eilandjes van Langerhans
De eilandjes van Langerhans zijn groepjes cellen die tussen de cellen van de alvleesklier liggen. De alvleesklier is een verteringsklier. De eilandjes van Langerhans produceren de hormonen insuline en glucagon. Deze hormonen houden het glucosegehalte van het bloed min of meer constant.

Slide 9 - Diapositive

De eilandjes van Langerhans
In je voedsel komen vrijwel altijd koolhydraten voor. Koolhydraten worden in je darmkanaal verteerd tot o.a. glucose. Glucose wordt door de wand van de dunne darm heen op genomen in het bloed. Bloed bevat gemiddeld 0,1 % glucose. Het glucosegehalte van het bloed wordt ook wel de bloedsuikerspiegel genoemd. Bij gezonde mensen wordt de bloedsuikerspiegel min of meer constant gehouden.  
Na een koolhydraatrijke maaltijd kan het glucosegehalte van het bloed hoger worden dan 0,1%. De eilandjes van Langerhans reageren daarop door veel insuline te produceren. Onder invloed van insuline wordt glucose in de lever en spieren omgezet in glycogeen. Glycogeen is een reservestof die wordt opgeslagen in de lever en in spieren. Door het omzetten van glucose in glycogeen daalt het glucosegehalte van het bloed.
Bij lichamelijke inspanning vindt in de cellen veel verbranding plaats. De cellen halen dan glucose in het bloed. Als het glucosegehalte van het bloed lager wordt dan 0,1%, reageren de eilandje van Langerhans daarop door veel glucagon te produceren. Onder invloed van glucagon wordt glycogeen in de lever en in spieren omgezet in glucose. De glucose wordt opgenomen in het bloed. Hierdoor stijg het glucosegehalte van het bloed. 

Slide 10 - Diapositive

Insuline en glucagon
Insuline en glucagon hebben een tegengestelde werking aan elkaar. In de afbeelding is de regeling van het glucosegehalte van het bloed schematisch weergeven.

Slide 11 - Diapositive

Diabetes
Bij mensen met diabetes (suikerziekte) produceren de eilandjes van Langerhans te weinig insuline en/of reageert het lichaam niet goed meer op insuline. Er wordt minder glucose omgezet in glycogeen, waardoor het glucosegehalte van het bloed stijgt. Het glucosegehalte kan tot maximaal 0,16% oplopen. Stijgt het glucosegehalte tot boven 0,16%, dan wordt glucose met de urine uitgescheiden. Men zegt dan: 'Er zit suiker in de urine.'
Om het insulinetekort aan te vullen, kunnen mensen met diabetes extra insuline toegediend krijgen. Meestal leren diabetespatiënten bij zichzelf insuline in te spuiten of ze gebruiken een insulinepomp. De hoeveelheid insuline die wordt ingespoten en de hoeveelheid voedsel die de patiënt gebruikt, moeten goed op elkaar worden afgestemd. Dit kan een diabetespatiënt zelf checken met een 
bloedglucosemeter. Een diabetespatiënt kan 
verder een volledig normaal leven leiden. 

Slide 12 - Diapositive

Diabetes
Ruim 1 miljoen Nederlanders hebben diabetes. Er zijn twee type diabetes: type 1 en type 2.
Bij diabetes type 1 zijn de cellen die insuline maken kapot. Deze cellen maken weinig tot geen insuline aan. Hierdoor krijgen de cellen in de lever en spieren geen signaal dat ze glucose moeten opnemen.
Bij diabetes type 2 maakt de alvleesklier te weinig 
insuline en/of zijn de cellen van de lever en spieren
niet of minder gevoelig voor de insuline. Gevolg
minder of geen opname van glucose door de lever 
en spieren.
Diabetes type 2 wordt veroorzaakt door een 
ongezonde levensstijl.

Slide 13 - Diapositive

De bijnieren
De bijnieren liggen als kapjes bovenop de nieren. De bijnieren produceren het hormoon adrenaline. Wanneer je woedend of bang bent, of wanneer je ergens enorm van schrikt, geven de bijnieren adrenaline af aan het bloed. Onder invloed van adrenaline wordt glycogeen in de lever en spieren omgezet in glucose. De glucose wordt opgenomen in het bloed. Hierdoor stijgt het glucosegehalte van het bloed. Verder gaat onder invloed van adrenaline het hart sneller slaan en versnelt de ademhaling. Adrenaline is het enige hormoon met een snelle, kortdurende werking. Adrenaline stelt het lichaam in staat in situaties van grote spanning snel te handelen.

Slide 14 - Diapositive

In welk orgaan liggen de eilandjes van Langerhans?

Slide 15 - Question ouverte

Waar wordt het hormoon gemaakt?

adrenaline
glucagon
insuline
eilandjes van Langerhans
eilandjes van Langerhans
bijnieren

Slide 16 - Question de remorquage

Wat is de functie van de hormonen die door de eilandjes van Langerhans worden geproduceerd?

Slide 17 - Question ouverte

Welke beweringen over adrenaline zijn juist?
1. adrenaline heeft een langdurige werking
2. adrenaline laat het hart sneller kloppen
3. adrenaline zorgt ervoor dat glucose wordt opgeslagen als glycogeen.
4. door adrenaline ga je langzamer ademen
5. door adrenaline kun je snel reageren.

Slide 18 - Question ouverte

Welk hormoon produceren de eilandjes van Langerhans als het glucosegehalte van het bloed hoger wordt dan 0,1%?
A
adrenaline
B
glucagon
C
insuline

Slide 19 - Quiz

Wat is het gevolg van de hogere glucosegehalte van het bloed?
Het gevolg hiervan is dat er .................  glucose wordt omgezet in glycogeen. Daardoor gaat het bloed .................. glucose bevatten. Het glucosegehalte ...............
Als het glucosegehalte van het bloed lager wordt dan 0,1%, reageren de eilandjes van Langerhans hierop door veel .................  te produceren. Dit heeft tot gevolg dat er ....................  glycogeen wordt omgezet in glucose waardoor het bloed .................  glucose gaat bevatten. Het glucosegehalte ................. 

meer
stijgt
daalt
meer
minder
glucagon
insuline
meer
minder
stijgt

Slide 20 - Question de remorquage

Lees de tekst hiernaast.

Leg uit dat insuline een hormoon is.

Slide 21 - Question ouverte

Leg uit hoe Rebecca zelf het glucosegehalte van haar bloed kan regelen.

Slide 22 - Question ouverte

Op een bepaald moment heeft Rebecca een verkeerde hoeveelheid insuline ingespoten. Zij gaat zich daardoor zwak en trillerig voelen. De klachten gaan over zodra ze een suikerklontje heeft gegeten.

Rebecca te veel of te weinig insuline ingespoten? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Question ouverte

Bij spanning neemt de adrenalineproductie toe. ‘Thrill seekers’ zijn mensen die altijd op zoek zijn naar spanning. Zij zoeken steeds gevaarlijke situaties op om een adrenalinekick te krijgen.

Leg uit waardoor ‘thrill seekers’ een kick krijgen van adrenaline.

Slide 24 - Question ouverte

In afbeelding is het verband tussen het glucosegehalte van het bloed in een beenslagader van een vrouw en de tijd weergegeven in een diagram. De vrouw levert in deze tijd geen grote inspanning. Op tijdstip 1 eet zij een paar boterhammen met aardbeien en suiker. Tot tijdstip 5 eet zij verder niets meer. Leg uit waardoor de stijging van het glucosegehalte van het bloed tussen tijdstip 1 en 2 wordt veroorzaakt.

Slide 25 - Question ouverte

Welk hormoon beïnvloedt tussen tijdstip 2 en 3 het glucosegehalte van het bloed? Leg je antwoord uit.

Slide 26 - Question ouverte

Welk hormoon beïnvloedt tussen tijdstip 3 en 4 het glucosegehalte van het bloed? Leg je antwoord uit

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Vidéo