chemie H3 voorkennis en 3.1

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

chemie H3 voorkennis en 3.1

H3 voorkennis en 3.1

Voorkennis                                            3.1

Molecuulmodel                               Atoommodel van Dalton

Wet van massabehoud                Elementen

reactieschema                                Het periodiek systeem

                                                               Metalen en niet metalen

•     Alle moleculen van dezelfde stof zijn aan elkaar gelijk
•     Een zuivere stof bevat één soort moleculen.
•     Moleculen zijn voortdurend in beweging.
•     Moleculen trekken elkaar aan.

Hoe ziet zuurstof eruit?

1. 
2. 
3. 

Bij reacties geldt de wet van massabehoud:

De totale massa van de beginstoffen is gelijk aan de totale massa van de reactieproducten.

Stoffen reageren in een vaste massaverhouding met elkaar. Als de beginstoffen niet in de juiste massaverhouding aanwezig zijn, blijft een van de beginstoffen over.

Reactieschema

Bij een reactie verdwijnen beginstoffen en ontstaan reactieproducten. 

Dat blijkt uit de stofeigenschappen, die je voor en na de reactie waarneemt. 

Bij een reactie is er een blijvende verandering.

Reactieschema

Het reactieschema is een weergave van de reactie. 

Links van de pijl staan de beginstoffen, rechts van de pijl de reactieproducten.

Na de naam van de stof noteer je de fase. Vaste stof  (s),  vloeistof (l),  gas (g). 

Na een stof die is opgelost in water staat (aq).

Het reactieschema van bijvoorbeeld de elektrolyse van koperchloride is als volgt.

koperchloride (aq) → koper (s) + chloor (g)

Aan de naam van de stof kun je meestal zien of het een ontleedbare of een niet-ontleedbare stof is

Hoe leg je simpel uit wat de wet van massa behoud is

1. Stoffen lossen makkelijk op
2. Sommige moleculen mixen niet.
3. De hoeveelheid waarmee je begint is de hoeveelheid die je overhoud
4. Je hebt altijd verlies van moleculen

Bij de winning van ijzer uit ijzererts ontstaat ijzer en zuurstof.
Wat is het reactie schema?

1. ijzer (s) → ijzererts (s) + zuurstof (g)
2. ijzererts (s) → ijzer (s) + zuurstof (g)
3. zuurstof (g) → ijzererts (s) + ijzer (s)

Bij de winning van ijzer uit ijzererts ontstaat ijzer en zuurstof.
Uit 90 g ijzererts is maximaal 70 g ijzer te winnen.
Leg uit hoeveel gram zuurstof bij deze reactie ontstaat.

1. 60!
2. Uit 90 g ijzererts ontstaat 70 g ijzer en 70 g zuurstof
3. Uit 90 g ijzererts ontstaat 70 g ijzer en 20 g zuurstof
4. Uit 90 g ijzererts ontstaat 90 g ijzer en 90 g zuurstof

apps.noordhoff.nl

apps.noordhoff.nl

Moleculen zijn opgebouwd uit?

1. Korrels
2. Atomen
3. Circels
4. Zand

Elke element heeft zijn eigen.....

1. Symbool
2. Fiets
3. Teken
4. Gevolg

Vraag 10, vul dit schema in.

Volgende week

Uitleg over de reken vragen!

Huiswerk

Opdracht 6, 8, 11, 14

In welke mate denk je de leerstof te hebben begrepen?

een klein beetje

redelijk

goed

zeer goed

ik heb het helemaal onder de knie

ik begrijp er niets van

Wil je meer oefenen?

Test jezelf online!