les 16 maart (les 1) - lijdend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

hoe was je weekend?

😒🙁😐🙂😃

kijk even mee naar dit filmpje

we zitten samen in een boot en ik ben de kapitein 

- 

jullie zijn de minion met de bal

Jullie zijn super snel afgeleid.
Hoe moet ik hier mee omgaan?

even wachten tot het weer stil is en dan weer verder gaan

gewoon negeren

strafwerk opgeven

iets anders

goed idee?

lijdend voorwerp (herhalen)

3 opties voor leerlingen thuis:

1) Vind je het lastig? 

2) Denk je dat je het wel weet? 

3) Alles gedaan?

1) Kijk de hele les mee en maak dezelfde opdrachten als in de klas.

2) Maak de opdrachten via NN online en op slimleren.nl

3_ Lees je leesboek

lijdend voorwerp

waarom?

startopdracht

verdeel de volgende zinnen steeds in 3 delen

verdeel in 3 stukken

Het kind krijgt een cadeautje

De man schrijft een brief

Marianne koopt een nieuwe jurk

Harry eet veel groente

Ik maak de toets

De kat breekt de vaas

Wat valt je op?

verdeel in 3 stukken

Het kind krijgt een cadeautje

De man schrijft een brief

Marianne koopt een nieuwe jurk

Harry eet veel groente

Ik maak de toets

De kat breekt de vaas

Wat valt je op?

lijdend voorwerp

iets waar het onderwerp iets mee doet

wat (wie) + wwgez + ow?

wat (wie) + gez + ow? = LV

Het kind krijgt een cadeautje Wat krijgt het kind? 

De man schrijft een brief Wat schrijft de man?

Marianne koopt een nieuwe jurk Wat koopt Marianne?

Harry eet veel groente Wat eet Harry?

Ik maak de toets Wat maak ik?

De kat breekt de vaas Wat breekt de kat?

regel

wat (wie) + gez + ow = lv

huiswerk

maak 1 t/m 4

online: maak de opdrachten uit de planning van NN online 

en op slimleren.nl

nakijken - opdracht 1

1 pv = hebben ow = wij wg = hebben gekregen

Wat hebben wij gekregen? een groot groentepakket = lv

2 pv = hebben ow = we wg = hebben gevonden

Wat hebben we gevonden? nieuwe skates = lv

3 pv = houdt ow = een hogedrukgebied wg = houdt

nakijken - opdracht 1

4 pv = ga ow = ik wg = ga opzoeken

Wie ga ik opzoeken? vrienden van de basisschool = lv

5 pv = kun ow = je wg = kun bekijken

Wat kun je bekijken? bijzondere schepen = lv

6 pv = vieren ow = de grootouders van Max wg = vieren

Wat vieren de grootouders van Max? 

hun 50-jarig huwelijksfeest = lv

nakijken - opdracht 2

1 ow = mijn vader

wg = koopt

lv = croissantjes

2 ow = we

wg = zitten

lv = x

3 ow = archeologen

wg = hebben gevonden

lv = het graf van Nefertiti

4 ow = Herma

wg = heeft gewijzigd

lv = haar profielfoto

5 ow = de jachthaven Het Zwanengat

wg = organiseert

lv = een grote receptie

6 ow = de backpacker

wg = heeft verlaten

lv = de Engelse kerk

nakijken - opdracht 3

1 De nieuwe trainer van ADO / besprak / de tactiek /met de aanvoerder van het team.

2 Tijdens het telefoongesprek / vertelde / hij / Loes / de waarheid.

3 Leerlingen op middelbare scholen / drinken / steeds vaker / energiedrankjes.

4 Iedereen / kan / zijn richtingsgevoel / op korte termijn / trainen.

5 Maikel / heeft / op zijn vijftiende / impulsief / zijn roepnaam / veranderd.

6 Een kleurboek voor volwassenen / vinden / de meeste mensen / wel leuk.

nakijken - opdracht 4

1 je = ow een leuk weetje = lv

2 jij = ow op mij = ander zinsdeel

3 Cor = ow een extra afdruk van die leuke vakantiefoto’s = lv

4 op zijn nieuwe keyboard = ander zinsdeel 

zijn favoriete muziek = lv

5 onze nieuwe tuintafel = ow 30 kilo = ander zinsdeel

6 Maya = ow 50 kilometer = ander zinsdeel

lijdend voorwerp

iets waar het onderwerp iets mee doet

= vaak belangrijke informatie in een tekst

Ik weet hoe ik
het lijdend voorwerp kan vinden

010