Oefenexamen M4A

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Examenbundel (blz. 193)

Examen 2018-II (aangepast)

Lees de tekst

Maak nog geen vragen, je mag eventueel wel belangrijke zinnen en woorden markeren.

Vraag 1

Wat is het onderwerp van de tekst?

A de persoonlijkheidsstructuur van pubers

B de verandering van de hersenen bij pubers

C het impulsief handelen door pubers

D het onderzoek naar afbraak van zenuwcellen

Vraag 2

1. een actuele gebeurtenis

2. een anekdote geven

3. een conclusie trekken

4. een deskundige introduceren

5. een probleem benoemen

Vraag 3

Welke conclusie past het best bij alinea 3?

A De hersenen groeien na de kleutertijd niet meer, maar ontwikkelen nog wel.

B De hersenwetenschap blijkt een onbekende, verrassende wetenschap te zijn.

C De omvang van de hersenen groeit tot je tweeëntwintigste levensjaar.

D De technieken in de hersenwetenschap zijn sinds 1990 hopeloos verouderd.

Vraag 4

Wat is volgens de tekst het voordeel van het afsterven van deze neuronen? (alinea 4)

Vraag 4 - antwoord

Wat is volgens de tekst het voordeel van het afsterven van deze neuronen? (alinea 4)

Het voordeel is dat overgebleven zenuwcellen sterker uit de strijd komen.

of

Het voordeel is dat de sterkste zenuwcellen en hun verbindingen behouden blijven. 

Vraag 5

Welke twee soorten intelligentie worden hier volgens de tekst bedoeld?

Vraag 5 - antwoord

Welke twee soorten intelligentie worden hier volgens de tekst bedoeld?

1. de talige intelligentie 

2. de probleemoplossende intelligentie 

(regel 72-76)

Vraag 6

Welk ander woord voor 'afbraak en opbouw' kom je tegen in alinea 6?

Vraag 6 - antwoord

Welk ander woord voor 'afbraak en opbouw' kom je tegen in alinea 6?

renovatie (regel 70-76)

Vraag 7

Boven welke alinea past het kopje Intelligentie het best?

A alinea 5

B alinea 6

C alinea 7

D alinea 8

Vraag 8

Wat wil het voorbeeld van Gage (alinea 9) ons vooral vertellen?

A De frontkwabben blijken belangrijk te zijn voor sociale vaardigheden.

B De moderne neurowetenschap bestaat nog geen tweehonderd jaar.

C Een hersenbeschadiging heeft een akelige karakterverandering tot gevolg.

D Gage had na het ongeluk zijn egoïstische driften niet meer onder controle.

Vraag 9

De laatste alinea heeft twee functies.

Welke twee functies zijn dit?

A een conclusie geven en een samenvatting geven

B een nieuw gegeven bespreken en een conclusie geven

C een samenvatting geven en een toekomstverwachting uiten

D een toekomstverwachting uiten en een nieuw gegeven bespreken

Vraag 10

Wat is het belangrijkste doel van deze tekst?

De tekst wil de lezer

A ervan overtuigen dat pubers niets aan hun gedrag kunnen doen

B ervan overtuigen dat het impulsieve handelen van pubers tijdelijk is

C informeren over de hersenverandering bij pubers

D informeren over de persoonlijkheidsstructuur van pubers

Maak vraag 11 t/m 31