8.3 AB Sinusoiden opstellen

• wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

8.3 Sinusoïden opstellen

De x-coördinaat van punt P wordt gegeven door:

1. sin(α)
2. cos(α)
3. tan(α)
4. Dat kun je niet weten, het ligt er aan waar punt P zich bevindt op de cirkel.

De y-coördinaat van punt P wordt gegeven door:

1. sin(α)
2. cos(α)
3. tan(α)
4. Dat kun je niet weten, het ligt er aan waar punt P zich bevindt op de cirkel.

Hoe groot is deze hoek in radialen?

1. ​3​​1​​π
2. ​4​​3​​π
3. ​3​​2​​π
4. ​6​​5​​π

De functie f(x)=cos(x) heeft als beginpunt ?.

Wat is de amplitude van
f(x)=2+5 sin(x-4)?

Wat is het verschil tussen de grafieken van y=sin(x) en y=-sin(x)?

Gegeven:
y=1+2sin(4(x-3))
Gevraagd: evenwichtsstand

Gegeven:
y=1+2sin(1/2pi(x-3))
Gevraagd: periode

Gegeven:
y=1+2sin(4(x-3))
Gevraagd: amplitude

Gegeven:
y=1+2sin(4(x-3))
Gevraagd: beginpunt

sinusoide vraag 40 blz 154

Kijk naar vraag 40 op blz. 154 van deel 2. Wat is daar de evenwichtsstand?

En wat is de amplitude?

Wat is de periode bij deze grafiek?

wat is het eerste beginpunt als je een formule voor een sinus wil maken en b>0? vb: (1/2pi,3)

Gegeven:
Gevraagd: x-coördinaat van het minimum

y=2+3sin(​8​​1​​π(x−4))

Gegeven:
Gevraagd: x-coördinaat van het maximum

y=2+3sin(​8​​1​​π(x−4))

Gegeven:
Gevraagd: ymin

y=2+3sin(​8​​1​​π(x−4))

Gegeven:
Gevraagd: ymax

y=2+3sin(​8​​1​​π(x−4))

Gegeven: maximum van y=a+bsin(c(x-d)) ligt bij x=5 en de periode is 8
Gevraagd: d (waar begint de grafiek?)