4T H5 Rekenen

H5 REKENEN
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H5 REKENEN

Slide 1 - Diapositive

Tijd
Omrekenen: 
jaren - maanden/weken - dagen - uren - minuten - seconden

Notatie: 
2:26:10 = 2 uren + 26 minuten + 10 seconden
2,26 uur = 2,26 x 60 minuten
38:16,8 = 38 minuten + 16,8 seconden

Slide 2 - Diapositive

4 uur = ...
A
245 minuten
B
14 400 seconden
C
0,4 minuten
D
12 000 seconden

Slide 3 - Quiz


28 minuten = ... seconden

Slide 4 - Question ouverte

56 160 seconden = ... uur

Slide 5 - Question ouverte


6,5 weken = ... minuten

Slide 6 - Question ouverte


4:55 uur = ... minuten
A
295
B
2673
C
3540
D
17700

Slide 7 - Quiz

Bob fietst een rondje in 7:25,6 min.

Job doet er 41,6 seconden langer over.
In welke tijd heeft Job het rondje gefietst?
A
7:07,2
B
8:07,2
C
7:67,2
D
8:06,12

Slide 8 - Quiz

Snelheid
Omrekenen: 
kilometers/uur - meters/seconde     : 3,6
meters/seconde - kilometers/uur     x 3,6

Slide 9 - Diapositive


15,6 m/s = ... km/uur
A
0,936
B
4,33
C
56,16
D
561,6

Slide 10 - Quiz

7,3 m/s = ... km/uur

Slide 11 - Question ouverte

36 m/s = ... km/uur
Rond af op een geheel getal

Slide 12 - Question ouverte


68 km/uur = ... m/s
A
18,8
B
18,89
C
244
D
244,8

Slide 13 - Quiz

125 km/uur = ... m/s
Rond af op 1 decimaal

Slide 14 - Question ouverte

5 km/uur = ... m/s
Rond af op 2 decimalen

Slide 15 - Question ouverte

Inge fietst 100 km in 2,5 uur.
Bereken haar gemiddelde snelheid
A
250 km/uur
B
144 km/uur
C
40 km/uur
D
11,1 km/uur

Slide 16 - Quiz

Een wandelclub loopt 15 km in 1 uur en 54 minuten.
Bereken de gemiddelde snelheid
A
15 km/uur
B
7,9 km/uur
C
0,13 km/uur
D
6 km/uur

Slide 17 - Quiz

Ans loopt 4,5 km in 25 minuten.
Bereken haar gemiddelde snelheid in km/uur

Slide 18 - Question ouverte

Frank vertrok om 14:00 uur en finishte om 16:10 uur. Hij legde een afstand van 30 km af.
Bereken zijn gemiddelde snelheid in km/uur. Rond af op 1 decimaal.

Slide 19 - Question ouverte

Hans vertrekt om 14:00 uur voor een wandeltocht van 6,5 km. Hij is om 15:18 uur weer thuis.

Bereken zijn gemiddelde snelheid in km/uur.
A
5 km/uur
B
5,7 km/uur
C
8,45 km/uur
D
21,7 km/uur

Slide 20 - Quiz

Lengte
Lengtematen
omrekenen

Slide 21 - Diapositive


3,5 hm = ... mm
A
3 500
B
35 000
C
350 000
D
3 500 000

Slide 22 - Quiz


1,6 cm = ... km
A
0,000 016
B
0,000 16
C
0,001 6
D
0,016

Slide 23 - Quiz

Oppervlaktematen omrekenen

Let op:  
hm2 = ha      
dam2  =  are
m2 = ca 

Slide 24 - Diapositive



123 456 cm2 = dam2
A
123,456
B
12,3456
C
1,23456
D
0,123456

Slide 25 - Quiz


2,7 are = ... m2
A
2,7
B
27
C
270
D
2700

Slide 26 - Quiz


Boer Bert verkoopt een stuk land van 4 ha, 65 are en 34 ca. De prijs voor dit weiland is € 5,10 per m2.
Bereken het bedrag dat boer Bert ontvangt. 

Slide 27 - Question ouverte

Inhoudsmaten omrekenen

Let op:
dm3 =  liter
cm3 =  ml

Slide 28 - Diapositive



123 m3 = ... liter
A
0,123
B
1 230
C
12 300
D
123 000

Slide 29 - Quiz

Gewicht omrekenen

Let op
1 ton = 1000 kg


In euro's: 
1 ton = € 100.00,-

Slide 30 - Diapositive


76 000 g = ... ton
A
0,076
B
0,76
C
7,6
D
76

Slide 31 - Quiz

Een fabrikant verwerkt 15 kg werkzame stof
in 60 000 pillen.
Hoeveel milligram werkzame stof zit er in 1 pil?

Slide 32 - Question ouverte

Rekenen met procenten
- toename / afname altijd ten opzichte van de 100%

Wetenschappelijke notatie
1,2 x 103  = 1 200 
1,2 x 10-3 = 0,0012
Twee getallen delen? Zet ze tussen haakjes!
(1,2 x 103) : (1,2 x 10-3) = 1 000 000

Slide 33 - Diapositive

De eerste wiskundetoets van dit jaar hadden 17 van de 21 leerlingen een voldoende.

Hoeveel procent is dit?
A
19,05%
B
80,9%
C
81,0%
D
123,5%

Slide 34 - Quiz

Eerste wiskunde toets: 17 van de 21 leerlingen een voldoende.

De laatste toets had 67% van de leerlingen een voldoende. Hoeveel leerlingen zijn dit?

Slide 35 - Question ouverte


In december was de gemiddelde gasprijs € 3,17 per m3
In januari is de prijs gedaald naar € 2,64. 
Bereken de procentuele afname. Rond af op 1 decimaal (zonder %)

Slide 36 - Question ouverte


Deel 8,62 x 1011 door 3,15 x 10-2
A
2736507937
B
9,34
C
2,741013
D
math error

Slide 37 - Quiz


Schrijf 
5,43 x 105 
als gewoon getal

Slide 38 - Question ouverte


Schrijf
1,23 x 10-6
als gewoon getal

Slide 39 - Question ouverte


2,34 x 106 gedeeld door 2,21 x 105 is ...
Rond af op 1 decimaal

Slide 40 - Question ouverte


Dit hoofdstuk heb .... onder de knie.
A
totaal niet
B
een beetje
C
zo goed als
D
volledig

Slide 41 - Quiz