les 3 9.5 en 9.6 (les 7 in de reeks)

• wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

les 7

§9.5 Formules maken bij een grafiek

9.6 Formules maken bij een tabel

Leerdoel

Ik kan een formule maken bij een grafiek

Ik kan een formule maken bij een tabel

Wat zijn de variabelen in deze grafiek?

1. B (euro)
2. a(belminuten)
3. a (belminuten)en B (euro)
4. 50 en 200

Wat is het startgetal?

1. 50
2. 200
3. 0
4. 150

Wat is het daalgetal?
(wat gaat er per minuut vanaf)

1. 10
2. 5
3. 1
4. 0.25

Wat staat er bij de verticale as?

1. a
2. a (belminuten)
3. B (euro)
4. het goede antwoord staat er niet tussen

Wat staat er bij de horizontale as?

1. a en B
2. a (belminuten)
3. B(euro)
4. het goede antwoord staat er niet tussen

Stijgt of daalt de lijn?

1. Stijgt
2. Daalt

Gegevens om een formule te maken

Nu heb je alle gegevens uit de grafiek gehaald om een formule op te kunnen schrijven

Nu nog wel even de gegevens in de juiste volgorde zetten

Gegevens die we hebben

begingetal = 50

daalgetal = 0,25

variabele x-as = a(belminuten)

variabele y-as = B(euro)

Formule maken

• Stap 1 --> begin met de variabele bij de verticale(y) as en zet er een = teken achter
  
• Stap 2 --> zet achter het = teken het begingetal
  
• Stap 3 --> zet het stijg of daal getal achter het begingetal
  
• Stap 4 --> plak daar de variabele van de horizontale(x) as er aan vast
  

Formule ?

• variabele y-as = B(euro)
  
• begingetal = 50
  
• daalgetal = 0,25
  
• variabele x-as = a(belminuten)
• Formule:      B(euro) = 50 - 0,25a
  

Stel de formule op

Formules bij een grafiek

Begin met de variabele die bij de verticale as staat. Zet het = teken erachter.	bedrag in euro =
Het begingetal komt direct na de =	bedrag in euro = 2000
Het stijlgetal: elk jaar komt er 500 bij.	bedrag in euro = 2000 + 500
Het stijggetal hoort bij de variabele op de horizontale as.	bedrag in euro = 2000 + 500t
Verklaring bij met de grootheid en eenheid.	t: tijd in jaren

formule opstellen

1. variabele bij de verticale as
2. begingetal
3. stijg- of daalgetal
4. variabele die hoort bij stijg-of daalgetal
5. verklaring grootheid en eenheid

Opgave 37
De formule bij de grafiek

1. tijd in weken=0,5+3kg
2. tijd in weken=3+6t
3. gewicht in kg=3+2t
4. gewicht in kg=3+0,5t

het stijggetal of daalgetal berekenen

1. zoek twee mooie punten op de grafiek
2. bepaal het verschil verticaal en hor.

Dus stijggetal = 30 : 10 = 3

gewicht in kg = 15 + 3w

w: leeftijd in weken

opdracht 39
wat is het stijggetal

1. 120
2. 24
3. 200
4. juiste antwoord staat er niet bij

opdracht 41
wat is het daalgetal

1. 8
2. 40
3. 240
4. juiste antwoord staat er niet bij

zelfstandig werken

maak nu opdracht 34, 35 en 36

38 tot en met 41

klaar? kijk alvast na

Welke variabelen zie je hier?

• tijd in uren
  
• hoogte in meters
  

tijd in uren	0	1	2
hoogte in meters	500	400	300

Welke variabele hoort bij de y-as?

tijd in uren	0	1	2
hoogte in m	500	400	300

1. tijd in uren
2. hoogte in m

Welke variabele hoort bij de x-as?

tijd in uren	0	1	2
hoogte in m	500	400	300

1. tijd in uren
2. hoogte in m

Formule bij tabel

variabele onder = begingetal - daalgetal x variabele boven

hoogte in m = 500 - 100 x tijd in uren

tijd in uren	0	1	2
hoogte in m	500	400	300

Formule bij tabel

variabele onder = begingetal + stijggetal x variabele boven

hoogte in m = 300 + 100 x tijd in uren

tijd in uren	0	1	2
hoogte in m	300	400	500

Welk getal is het begingetal?

Wat is het stijggetal?

Welke variabele staat voor het = teken

Geef nu de hele formule

Wat is het daalgetal?

Formule bij tabel

formule

tabel

grafiek

Formule en tabel

inkomsten=4,75u+3,50

zelfstandig werken

maak opdracht 34, 35, 36

38 tot en met 41

45 tot en met 47