Formules en vergelijkingen H2 2BB

Formules en vergelijkingen H2 2BB
TIPS
Hoe kun je je voorbereiden op de toets?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Formules en vergelijkingen H2 2BB
TIPS
Hoe kun je je voorbereiden op de toets?

Slide 1 - Diapositive

Voorbereiden voor toets
  • Begrippen kennen: door woordkaartjes maken : begrip ene kant en betekenis andere kant.                                   
  • Oefenen van sommen: digitaal / maken herhaling / oefenen                                                 uit je boek.
  • Instructies herhalen: samenvatting lezen / instructiefilmpjes van de methode kijken / instructiefilmpjes lesson up, youtube kijken.
  • Ken de knoppen van je rekenmachine die je nodig hebt.

Slide 2 - Diapositive

Vergelijkingen oplossen met één grafiek.

Slide 3 - Diapositive

Vergelijkingen oplossen met twee grafieken.

Slide 4 - Diapositive

doel voor de toets
Je weet:
  • het verschil tussen een formule en een vergelijking
  • dat je vergelijkingen kunt oplossen met grafieken
  • dat je bij het oplossen met grafieken gebruik maakt van de coördinaten van het snijpunt

Slide 5 - Diapositive

Vergelijkingen oplossen met Inklemmen
Aan het eind van de les begrijp je hoe je een vergelijking moet oplossen door inklemmen.

Slide 6 - Diapositive

Formules maken bij een grafiek
Stappenplan formule maken bij een grafiek 
Let op! De grafiek moet een rechte lijn zijn.

Stap 1. verticale as = 

Stap 2. verticale as = begingetal

Stap 3. verticale as = begingetal + stijggetal  OF
             verticale as = begingetal - daalgetal

Stap 4. verticale as = begingetal + stijgetal x horizontale as  OF
             verticale as = begingetal - daalgetal x horizontale as
afstand in km =      
afstand in km = 2000    
afstand in km = 2000 + 500
afstand in km = 2000 + 500t
t: tijd in uren
Het begingetal is het getal waar de grafiek de verticale as snijdt.

Het stijggetal is de hoeveelheid die er per 1 stap naar rechts bij komt.

Het daalgetal is de hoeveelheid die er per 1 stap naar rechts af gaat.

Slide 7 - Diapositive

Grafiek bij formules
Stappenplan voor het tekenen van een grafiek bij een formule:

  1. Maak een tabel bij de formule
  2. Teken een assenstelsel. Kies een geschikte stapgrootte voor de assen.
  3. Teken de punten uit de tabel in het assenstelsel
Vb.

Slide 8 - Diapositive

Formules maken bij een tabel
Stappenplan formule maken bij een tabel
Let op! De tabel moet regelmaat hebben.

Stap 1. onder in de tabel = 

Stap 2. onder in de tabel = begingetal

Stap 3. onder in de tabel = begingetal + stijggetal  OF
             onder in de tabel = begingetal - daalgetal

Stap 4. variabele onder in de tabel = begingetal + stijgetal x boven in de tabel  OF
             variabele onder in de tabel = begingetal - daalgetal x boven in de tabel
gewicht in kg =        
Daalgetal is 6 : 3 = 2

gewicht in kg = 105 - 2   
gewicht in kg = 105 - 2 x tijd in maanden       
+ 3
- 6
gewicht in kg = 105   
+ 3
- 6
+ 3
- 6
Het begingetal is het getal dat onder de 0 staat.

Het stijggetal is de hoeveelheid die er onder in de tabel bij komt als er boven in de tabel 1 bij komt.

Het daalgetal is de hoeveelheid die er onder in de tabel af gaat als er boven in de tabel 1 bij komt.

Slide 9 - Diapositive

Los op met inklemmen betekent:
A
Telkens een getal proberen (gokken) op de plek van de letter.
B
Stap voor stap aan beide kanten een getal eraf halen.
C
Een vergelijking oplossen.
D
Een grafiek tekenen.

Slide 10 - Quiz

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15
A
f = 5
B
f = 30
C
f = 10
D
f = 25

Slide 11 - Quiz