week 4 les 2
Typ het woord dat je hoort
1 / 15
Éléments de cette leçon
Typ het woord dat je hoort
Slide 1 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 2 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 3 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 4 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 5 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 6 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 7 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 8 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 9 - Question ouverte
ik verbood
t.t. ik........
t.t. ik........
Slide 10 - Question ouverte
ik verbood
v.d. ik........
v.d. ik........
Slide 11 - Question ouverte
de storm heeft gewoed
t.t. de storm..........
t.t. de storm..........
Slide 12 - Question ouverte
de storm heeft gewoed
v.t. de storm..........
v.t. de storm..........
Slide 13 - Question ouverte
wacht hij
v.t..............hij?
v.t..............hij?
Slide 14 - Question ouverte
wacht hij
v.d..............hij.............?
v.d..............hij.............?
