240920 spelling §6 + rijke tekst 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom V2b!

Deze spullen heb ik nodig:

• leesboek
• werkboek
  
• schrift
• iPad
• etui

Wat gaan we doen?

• Mededeling (2 min)
• Vrij lezen (10 min)
• Artikel klimaat: NRC lezen + stellingen (30 min)
• Uitleg spelling §6 + zelfstandig werken (30 min)
  
• Lesafsluiting (5 min)
  

SO spelling inplannen

Vrijdag 4 oktober

SO Spelling §1-6

Boekopdracht bij boek 1

Wat gaan we doen?

• Mededeling (2 min)
• Vrij lezen (10 min)
• Artikel klimaat: NRC lezen + stellingen (30 min)
• Uitleg spelling §6 + zelfstandig werken (30 min)
  
• Lesafsluiting (5 min)
  

Rijk lezen

Voor: 

Een korte introductie op de tekst.

NRC?

Schrijver?

Onderwerp?

Rijk lezen

Tijdens

Jullie gaan in tweetallen de tekst lezen.

Persoon 1: leest een alinea hardop voor

Persoon 2: vat de alinea samen,

                       stelt een vraag over de inhoud van de alinea

                       

Daarna draaien jullie de rollen om.

Rijk lezen

Na:

Er volgen een aantal vragen/stellingen waar de tekst antwoord op heeft gegeven. 

Eens = STAAN

Niet eens = ZITTEN

Je moet je antwoord kunnen uitleggen!

Rijk lezen

Het tijdelijk verhogen van de prijs van sommige artikelen door Penny werd door klanten goed ontvangen.

Niet waar - de nieuwe prijzen waren te hoog. De portemonnee wint het van de goede bedoelingen. De testproducten werden 50-70% minder gekocht.

Rijk lezen

Het berekenen van de 'werkelijke prijs' gebeurt volgens een schatting.

Waar

Rijk lezen

Penny heeft het geld dat extra verdiend is, zelf gehouden.

Niet waar - ze heeft het geschonken aan een project voor het verduurzamen van de Beierse Alpen

Rijk lezen

Ik wil extra betalen voor boodschappen als ik hiermee minder impact op de natuur maak.

Mening

Wat gaan we doen?

• Mededeling (2 min)
• Vrij lezen (10 min)
• Artikel klimaat: NRC lezen + stellingen (30 min)
• Uitleg spelling §6 + zelfstandig werken (30 min)
  
• Lesafsluiting (5 min)
  

Leerdoel spelling §6

Ik kan bepalen of ik woorden los of aan elkaar moet schrijven.

Samenstellingen

Let altijd op de klemtoon. Moeilijk? Roep het woord!

Rode hond / rodehond, witte wijnglazen / wittewijnglazen

• er, hier, daar, waar + voorzetsel 
  eronder, daarboven, waarin, daarin, hierbij
• getallen met honderd en duizend
  driehonderd, twaalfduizend
• bijvoeglijk naamwoord waarvan het tweede deel een werkwoord is
  dichtbegroeid, opgelopen

Los of aan elkaar?
Noteer de juiste schrijfwijze.

zes + uur + journaal =

Los of aan elkaar?
riool water zuivering

Schrijf ze los of aan elkaar.
brand weer ladder

Los of aan elkaar?
vier honderd acht tien

Zelfstandig werken

Opdracht

Maak van spelling §4 (blz. 254) opdracht 2 t/m 4

Maak van spelling §6 (blz.258) opdracht 1, 2, 5 en 6

We kijken opdracht 2 + 3 van §4 straks gelijk na!

Hoe: alleen, totdat het stoplicht op oranje staat

Nodig: werkboek, schrift, pen

Klaar: Lees verder uit je leesboek

Opdracht 2 (blz. 254)

Opdracht 2

a babykleertjes en -schoentjes

b carnavalsfeesten en -fuiven

c deugd- en zorgzaam

d doorgaand en stadsverkeer

e gemeente- en provinciale politiek

f hoofd- en bijzaken

g in- en uitvoer

h keel-, neus- en oorarts

i lager en voortgezet onderwijs

j landwinning en -bewerking

k nationaal en regionaal overleg

l rood- of bruinachtig

Opdracht 3 (blz. 254)

a auto uitlaten en -banden / auto-uitlaten en -banden / auto-uitlaten- en banden

b een paard en wagen / een paard-en-wagen / een paard-enwagen

c evacuatie instructie / evacuatie-instructie / evacuatieïnstructie

d hbo en mbo studenten en docenten / hbo- en mbo-studenten en -docenten /

hbo- en mbo-studenten- en -docenten

e leerling loodgieter / leerling-loodgieter / leerlingloodgieter

f vergeet-mij-niet-je / vergeet-mij-nietje / vergeetmijnietje

Wat gaan we doen?

• Mededeling (2 min)
• Vrij lezen (10 min)
• Artikel klimaat: NRC lezen + stellingen (30 min)
• Uitleg spelling §6 + zelfstandig werken (30 min)
  
• Lesafsluiting (5 min)
  

Lesafsluiting

• Waarom kan ik bij de volgende woorden GEEN weglatingsstreepje gebruiken?
  krantenkop en koffiekop
  
  
• Hoe kan ik weten of een woord aan elkaar geschreven wordt of niet?
• bodem loze put
  
  

Volgende les:

• Spelling §5
• Meer dan lezen §1
  
  

Huiswerk:

Spelling §4: opdracht 4

Spelling §6: opdracht 1, 2, 5 en 6