WSO oogkleur

Wso presentatie over oogkleur
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wso presentatie over oogkleur

Slide 1 - Diapositive

Inleiding:
-Onderzoeksvraag
-Delen in je ogen die te maken hebben met je oog kleur.
-Geschiedenis en Mutatie
-Conclusie
-Bronnen
-Quiz
-Vragen, tips en tops

Slide 2 - Diapositive

Onderzoeksvraag: 
Hoe komen mensen aan hun oogkleur?

Slide 3 - Diapositive

Delen in je ogen die te maken hebben met je oogkleur
  • Genen
  • Pigment

Slide 4 - Diapositive

Hoe werken genen eigenlijk?
-De bouwstenen 
-Volgorde 
-Genen kopiëren
 -Bij de voortplanting worden de genen op deze wijze, of via een speciale celdeling, doorgegeven aan de nakomeling. Dus ook bij ogen.

Slide 5 - Diapositive

Pigment
  • Verschillende soorten
  •  Aantallen
  • Tegen de zon

Slide 6 - Diapositive

Geschiedenis en Mutatie
  • Mensaap
  •  Genen splitsen en veranderen
  • Kon goed en fout gaan
  • Nieuwe oogkleuren
  • Heterochromia

Slide 7 - Diapositive

Conclusie:
  • Mutatie van vroeger
  • Tegenwoordig door de genen
  • Was ook te zien bij de vragenlijst

Slide 8 - Diapositive

Bronnen
  • Interview met meneer Jacobs
  • Erfelijkheid.nl
  • Wikipedia 

Slide 9 - Diapositive

Hoe heet het als je twee verschillende oogkleuren hebt?
A
Prochitinia
B
Genen
C
Heterochromia
D
Mutatie

Slide 10 - Quiz

Welke oogkleur beschermt het beste tegen de zon?
A
Donkere
B
Lichte
C
Geen
D
Maakt niet uit

Slide 11 - Quiz

Noem twee delen in je ogen
A
Pigment
B
Mutatie
C
Heterochromia
D
Genen

Slide 12 - Quiz

Wat is mutatie?
A
Waarbij pigmenten splitsen en veranderen
B
Waarbij genen splitsen en veranderen
C
Waarbij pigmenten het zelfde blijven
D
Waarbij genen het zelfde blijven

Slide 13 - Quiz

Worden genen doorgegeven aan nakomelingen?
A
Nee
B
Ja, vaak wel
C
Hoeft niet perse
D
Weet ik niet

Slide 14 - Quiz

Heb jij dezelfde oogkleur als een van je ouders of grootouders?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet
D
Ja zelfs meer dan een

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive