Straattaal

     Straattaal
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

     Straattaal

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat is straattaal nou
eigenlijk?

Slide 3 - Carte mentale

Tekst lezen
     Straattaal

Slide 4 - Diapositive

Maak zelf een kort gesprek in straattaal!
- minimaal 8 zinnen;
- Niet te grof ;)
- Twijfel je? Laat het even                  checken

Wat heb je nodig:
- Straattaal woordenboek
- Pen en Papier

Slide 5 - Diapositive

Wat betekent: 'ben broko, ah mattie?'
A
Ik ben brak, vriend
B
Ik ben blut, vriend
C
Ik ben gebroken, vriend
D
Ik ben moe, vriend

Slide 6 - Quiz

'No span, er zit nog gas in die whip.'
Wat betekent dit?
A
Geen stress, er zit nog benzine in de auto.
B
Geen zorgen, ik heb nog genoeg energie.
C
Ze is niet knap, maar heel bijdehand
D
Geen probleem, mijn blikje is nog vol.

Slide 7 - Quiz

De leraar werd 'broeia' toen zijn koffiemok werd omgestoten.
'Broeia' betekent?

A
nat
B
boos
C
bedroefd
D
blij

Slide 8 - Quiz

Als je een 'barki' hebt, heb je:
A
€50,-
B
€150
C
€100,-
D
€1000,-

Slide 9 - Quiz

Tel op! Een "doezoe" plus een "barki" plus een "donni" is...?


A
1110
B
110
C
1100
D
111000

Slide 10 - Quiz

De fietsenmaker maakte een 'fatoe'. Wat maakte de fietsenmaker?



A
een fiets
B
een grapje
C
een Facebookbericht
D
een fietsdynamo

Slide 11 - Quiz

'Mi gado, wat lekker! '
'Mi gado' betekent?
A
mijn God
B
mijn hemel
C
Indisch gerecht
D
gelukkig

Slide 12 - Quiz

'Ik beef met je peki' (Sevn Alias)
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw
D
Ik praat met je vriendin

Slide 13 - Quiz

Wat betekent het woord 'planga'?

A
blanke man
B
bril
C
gaspedaal
D
snel rijden

Slide 14 - Quiz

Wat betekent het woord 'wakka'?

A
lopen
B
liedje van Shakira
C
danspas
D
high five

Slide 15 - Quiz

Die fissa was tantoe hard, door al die dope pokoes!
A
Dat feest duurde tot laat, door al die dure drankjes!
B
Dat feest was heel leuk, door al die gave nummers!
C
Dat festival liep zo uit de hand, door al die drugs!

Slide 16 - Quiz

Stappen: 
1. Kies een onderwerp
2. Schrijf eerst de tekst zonder straattaal
3. Zoek de woorden op
4. Schrijf de tekst in straattaal

Slide 17 - Diapositive