Pythagoras

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Kwadraten

3​2​​=9

√​9​​​=3

kwadrateren

worteltrekken

Weet hoe je een kwadraat moet

uitrekenen

Vermenigvuldig het getal met zichzelf. 

Bijvoorbeeld 6 x 6 = 36, 9 x 9 = 81, 4 x 4 = 16. 

Een getal met zichzelf vermenigvuldigen noem je 'kwadrateren'.

Een kwadraat schrijf je het op als het getal dat je gaat vermenigvuldigen met een klein tweetje rechtsboven.

Kwadraten zijn de eenvoudigste machtverheffingen.

Als je wilt kun je oefenen kwadraten te berekenen.. Om kwadraten te berekenen is het handig om veel kwadraten uit je hoofd te leren.

Het omgekeerde van kwadrateren is worteltrekken.

Bereken 8,7²

1. 75,69
2. 0,1
3. 17,4
4. 7569

Bereken 7,2 ²

1. 7,29
2. 51,84
3. 14,4
4. 5184

Bereken

√​12​​​,25

1. 0,35
2. 35
3. 3,05
4. 3,5

Bereken

√​3025​​​

1. 0,55
2. 55
3. 5,5
4. 15,5

Bereken, rond af op 1 decimaal

√​7​​​

1. 2,7
2. 2,64
3. 2,6
4. 26,4

Je ziet hier vijf rechthoekige

driehoeken. Wat zijn de korte zijden en wat is de langste zijde?

9 cm

5 cm

Bereken CB, gebruik het werkschema!

AC= 7 cm, CB is 9 cm.

Bereken AB.

Gebruik ook nu het werkschema!

Wil je meer oefenen?

Wil je meer sommen oefenen maak dan in de digitale leeromgeving de opdrachten die horen bij hoofdstuk 3;

BK en KGT