Week 4: les 2 Theoriekaart 1&2: Opbouw Organisme en Opbouw van een robot

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Mens en machine

Klas 2 havo

Regels online les

• In Magister staat bij huiswerk aangegeven waar de link voor de les te vinden is (meestal zal dit Classroom zijn).
  
• De leerlingen zijn de hele les zichtbaar aanwezig
  
• De leerlingen volgen de lessen aan een bureau of tafel (dus niet vanuit bed) 
  
• De leerlingen hebben hun camera aan en microfoon uit
  
• De leerlingen stellen vragen via de chat

Wat gaan we vandaag doen?

1. Theoriekaart 1 en 2

Leerdoelen:

• Je kent de overeenkomsten en verschillen tussen de cellen van de vier groepen organismen.
  
• Je kunt uitleggen wat een robot is.
  
• Je kunt de vijf onderdelen van een robot benoemen en hun functie beschrijven.
  
• Je kunt voor- en nadelen van robots benoemen.
  
• Je kunt de vijf onderdelen van een robot vergelijken met organen en orgaanstelsels bij een mens.

Aan de slag!

Huiswerk voor de volgende les:

- Theoriekaart 2

- Praktijkkaart 1 

Theoriekaart 1 & 2

Opbouw Organisme

Opbouw van een robot

Theoriekaart 1

Cel 

Weefsel

Organisme 

Molecuul

Orgaanstelsel

Orgaan

Stoffen waaruit alles is opgebouwd

Een groep organen van een organisme met een eigen taak.

Een groep cellen met dezelfde taak

Een levend wezen 

Een deel van een organisme met dezelfde taak

Bouwsteen van elk organisme

Organismen worden ingedeeld in verschillende groepen. Die groepen noem je rijken. Benoem de vier rijken die er bestaan.

Schimmel

Bacterie

Plantaardige cel

Dierlijke cel

Bacterie

Meest opvallend: 

Geen celkern!!!

Wel celwand

Geen vacuole

Geen bladgroenkorrel

Altijd eencellig

geen celkern, maar losse chromosomen

celwand

cytoplasma

sommige bacteriën hebben een zweepstaart

Schimmel

Meest opvallend:

Lijkt op een plantencel, maar heeft geen bladgroenkorrel!

Wel 

Celwand

Vacuole

Celkern

Let op: kan eencellig (gist) of meercellig zijn (paddenstoel)

Dierlijke cel

een dierlijke cel heeft:

• wel celmembraan
  
• wel celkern
  
• wel cytoplasma
  
• geen celwand
  
• geen vacuole
  
• geen bladgroenkorrels
  

verschil plantencel / dierlijke cel

Zie jij de verschillen tussen de dierlijke cel en de plantaardige cel?

Dit is een dierlijke cel.

Dit zie je omdat deze geen bladgroenkorrels, celwand en vacuole heeft

Dit is een plantaardige cel.

Dit zie je omdat je wel een celwand, vacuole en bladgroenkorrel kunt zien

Bacteriën hebben ...

1. Celkern, celwand & celmembraan
2. Vacuole, celwand & bladgroenkorrels
3. Celkern & celwand
4. Celwand & celmembraan

Welke kenmerken heeft een plantencel?

1. Celwand en celmembraan
2. celkern, celwand en celmembraan
3. celwand, celkern, bladgroenkorrels
4. Celmembraan en celkern

Welke kenmerken heeft een dierlijke cel?

1. Celwand en celkern
2. Celwand, bladgroenkorrel en celkern.
3. Celmembraan en celkern
4. Celwand en celmembraan

Celkern

Vacuole

Bladgroenkorrel

Cytoplasma

Celmembraan

Celwand

Opbouw van een Robot

Progammeerbare machine

1. Uit welke vijf onderdelen is een robot opgebouwd volgens het filmpje?

Onderdelen + Functies:

Computer: Dit is het 'brein' van de robot. Het stuurt alle onderdelen van de robot aan.

Sensorsysteem: De onderdelen die een robot nodig heeft om informatie op te nemen.

Motor: Laat alle beweegbare onderdelen van de robot bewegen (armen/wielen etc.)

Krachtbron: Hier haalt de robot de energie om te bewegen uit.

Fysieke structuur: De armen, benen of wielen van de robot.

Benoem minimaal 2 voordelen van robots.

Aan de slag!

Huiswerk voor de volgende les:

- Theoriekaart 2

- Praktijkkaart 1 

leerdoelen behaald?

Je kent de overeenkomsten en verschillen tussen de cellen van de vier groepen organismen.

Je kunt uitleggen wat een robot is.

Je kunt de vijf onderdelen van een robot benoemen en hun functie beschrijven.

Je kunt voor- en nadelen van robot’s benoemen.

Je kunt de vijf onderdelen van een robot vergelijken met organen en orgaanstelsels bij een mens.