Week 5 woordenschat 1.3

Welkom bij Nederlands!


27 september 2018
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands!


27 september 2018

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik vorige les
  • Doel van de les
  • Woordenschat 1.3
  • Aan de slag
  • Terugblik
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Terugblik vorige les
  • Woordenschat 1.1 betekenis uit de tekst
  • Woordenschat 1.2 betekenis uit het woord

Slide 3 - Diapositive

Waar of niet waar
Waar = staan gezicht naar bord
Niet waar = staan gezicht naar muur

  1. Een afbeelding kan de betekenis van een woord verduidelijken.
  2. Synoniemen zijn woorden met tegengestelde betekenissen.
  3. Een omschrijving helpt niet bij het verduidelijken van een woord.
  4. Aan een voor- of achtervoegsel kun je zien wat een woord betekent. 
  5. Een woord wat je kent kan helpen bij de betekenis van een woord dat je niet kent. 

Slide 4 - Diapositive

Doel van deze les

Aan het einde van de les herken je en begrijp je figuurlijk taalgebruik.

Slide 5 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik 
  • Letterlijk = Je bedoelt wat er staat.
  • Figuurlijk = Je bedoelt niet wat er staat.  -->  Overdrijven of mooier maken.
  • Uitdrukking - Altijd figuurlijk! 

Slide 6 - Diapositive

Kies je kant
Deur = letterlijk
Raam = figuurlijk

  • 10 zinnen, is het letterlijk of figuurlijk

Slide 7 - Diapositive

Uitdrukkingen

Tweetallen:

- Delano + Sam (+Kevin)

- Bram + Sjoerd

- Sander + Mehmet

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 1
Zoek de goede uitdrukking bij de goede betekenis. 

5 minuten op fluistertoon
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 2
  • Zoek zoveel mogelijk uitdrukkingen.
  • Kleur deze in.
  • Schrijf de uitdrukking met betekenis op het blad.
    Minimaal 15!
  • Klaar? Zoek de andere 17!

Slide 10 - Diapositive

Doelen van deze les

Aan het einde van de les herken je en begrijp je figuurlijk taalgebruik.


  • Marian trek de stoute schoenen aan.
  • Je maakt me blij met een dode mus.
  • Achter de wolken schijnt de zon.

Slide 11 - Diapositive

Volgende les
  • Bladzijde 144 t/m 149 OF 150 t/m 154 af.
  • Oortels/koptelefoon mee + werkende licentie!
  • Luisteren en kijken 1.1 + 1.2

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive