18 september. Werkwoordspelling verleden tijd. CV en motivatie.

Wat gaan we doen vandaag?                      21 september
  • Koppelen Nu Nederlands gelukt?? Koppelcode: 73710
  • Nieuw: Werkwoordspelling verleden tijd 2.2
  • Herhalen: Werkwoordspelling tegenwoordige tijd 2.1
  • CV en Motivatie opdrachten maken. 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen vandaag?                      21 september
  • Koppelen Nu Nederlands gelukt?? Koppelcode: 73710
  • Nieuw: Werkwoordspelling verleden tijd 2.2
  • Herhalen: Werkwoordspelling tegenwoordige tijd 2.1
  • CV en Motivatie opdrachten maken. 

Slide 1 - Diapositive

Herhalen - de beste manier van leren

Slide 2 - Diapositive

 persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 3 - Diapositive

Vandaag ..... het! (tegenwoordige tijd)
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
D
gebeurde

Slide 4 - Quiz

Hij (onthouden).
tegenwoordige tijd
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt

Slide 5 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt

Slide 6 - Quiz

Hoe vind je de pv?

Slide 7 - Question ouverte

Persoonsvorm in de verleden tijd
Je maakt de verleden tijd door achter de ik-vorm -de(n) of te(n) te zetten: 
enkelvoud:                             ik vorm+te-----> ik fiets+ te
                                                    ik vorm+de----> Rens antwoord +de
meervoud:                             ik vorm+ten---> wij wacht +ten
                                                    ik vorm+den--> Pien en Bo wandel+den


Slide 8 - Diapositive

't ex-fokschaap (verleden tijd)
Meestal hoor je wel of je -te(n) of -de(n) moet gebruiken. Twijfel je? Gebruik de letters t x f k s ch en p uit 't ex-fokschaap:
1. bepaal wat het hele werkwoord is (bijv wachten)
2. haal -en van het werkwoord af (=wacht)
3. de laatste medeklinker die overblijft, zoek je op in 't ex-fokschaap (=t)
4. staat de medeklinker in 't ex-fokschaap? --> ik vorm+te(n) (=wachtte)

Als de medeklinker niet in 't ex-fokschaap staat--> ik vorm+de (n)

Slide 9 - Diapositive

De dief (melden) zich bij de politie.
A
meld
B
melde
C
meldde
D
mold

Slide 10 - Quiz

Ik (laden) gisteren mijn telefoon op, maar toen (ontploffen) hij.
A
laade, ontplofte
B
laadde, ontplofte
C
laadde, ontplofde
D
lade, ontplofte

Slide 11 - Quiz

Gisterochtend......de chefkok het vlees en de vis voor de barbecue van vanavond. (kruiden)
A
kruiden
B
kruidde
C
kruide

Slide 12 - Quiz

Vorige week heeft de officemanager van het ontwerpbureau voor alle afdelingen nieuwe kantoorartikelen.....(bestellen).
A
bestelt
B
besteld
C
bestelde

Slide 13 - Quiz

Omdat de wond erg......, verwees de huisarts haar naar het ziekenhuis (bloeden).
A
bloedt
B
bloed
C
bloedde
D
bloeden

Slide 14 - Quiz

Hoe spel je de persoonsvorm tegenwoordige tijd?
A
met 't kofschip of 't sexy fokschaap
B
op gevoel
C
ik-vorm of ik-vorm + t
D
stam + t

Slide 15 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(Worden) ... toch eens volwassen!
A
Word
B
Wordt
C
Werd
D
Worden

Slide 16 - Quiz

Onze kat (lijden) aan een zeldzame ziekte.
Persoonsvorm verleden tijd =
A
lijdde
B
lijdt
C
leed
D
leedt

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Zij ______________ (rusten)
A
ruste
B
rustte

Slide 18 - Quiz

Persoonsvorm verleden tijd
A
Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis gisteren.

Slide 19 - Quiz

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt

Slide 20 - Quiz

De persoonsvorm verleden tijd (enkelvoud) van wachten is:

A
wachte
B
wachtte
C
wachten
D
wachtten

Slide 21 - Quiz

Powerpoint CV
  • Uitleg CV aan de hand van de PP 

Slide 22 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Opdracht 1 t/m 4 van 2.7 Motivatie en CV                                  (onderdeel schrijven) Klaar hiermee?
  • Begin aan opdracht 5 t/m 1F: schrijven van jouw CV 


(Heb je al een CV en of motivatiebrief? Neem deze mee, wellicht kan je deze met wat kleine aanpassingen gebruiken)

Slide 23 - Diapositive