5.4 ecosystemen

 5.4 ecosystemen
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

 5.4 ecosystemen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

symbiose
symbiose

mutualisme

commensalisme

parasitisme


organismen leven samen 

soort 1   +     soort 2    +

soort 1   +     soort 2   0

soort 1   +     soort 2    - 

Slide 2 - Diapositive

voorbeelden:
mutualisme: bacteriën, bijen en planten
commensalisme: muizen en de mens, koereiger en buffels
symbiose - kort verdiepen!
symbiose

mutualisme

commensalisme

parasitisme


organismen leven samen 

* zoek van elke vorm nog een voorbeeld

* wat is een epifyt en waar hoort die bij?
timer
3:00

Slide 3 - Diapositive

voorbeelden:
mutualisme: bacteriën, bijen en planten
commensalisme: muizen en de mens, koereiger en buffels
samenleven
symbiose

mutualisme

commensalisme

parasitisme

organismen leven samen 

soort 1           soort 2    ?

soort 1   ?     soort 2   ?

soort 1   ?     soort 2    ? 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

samenleven
symbiose

mutualisme

commensalisme

parasitisme

organismen leven samen 

soort 1   +     soort 2    +

soort 1   +     soort 2   0

soort 1   +     soort 2    - 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een walvis heeft vaak zeepokken op zich.
A
We noemen dit commensalisme.
B
We noemen dit concurrentie.
C
We noemen dit mutualisme.
D
We noemen dit parasitisme.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een wulk heeft soms een zeeanemoon op zijn schelp.
De wulk wordt beschermd door de netels van de anemoon.
De anemoon snoept mee van het eten van de wulk.
A
We noemen dit commensalisme.
B
We noemen dit concurrentie.
C
We noemen dit mutualisme.
D
We noemen dit parasitisme.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

TO DO - komende lessen
vandaag          * bespreken 7.3 
                                voedselketen / voedselweb / trofische niveaus 
                
vrijdag              * bespreken 7.3 
                                assimilatie / dissimilatie / piramides

Maak de opdrachten online. (niet maken = minder scoren op werkhouding!)
Hou een begrippenlijst bij. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Concurrentie
Commensalisme
Mutualisme
Parasitisme

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

BEGRIPPENLIJST
voedselketen
voedselweb
de trofische niveaus
assimilatie
dissimilatie
piramide van aantallen
piramide van biomassa
productie

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

producent
consument
afvaleter
reducent
trofisch niveau
voedselweb
voedselketen
autotroof
heterotroof

Wat vond je het lastigste
begrip tijdens het bestuderen?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een producent en consument?
(in ecologische zin!)

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

trofische niveaus
producent
* maakt van anorganische stoffen organische stoffen
consument (van de 1e/2e/Xe orde)
* eet levende producenten/consumenten van een lagere orde
afvaleter
* eet dood materiaal 
* dieren of schimmels als paddestoelen
reducent
* maakt van uitgescheiden organische stoffen anorganische stoffen 
* bacteriën of schimmels (netwerken van draden)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar horen maden bij?
A
producenten
B
consumenten 2e orde
C
afvaleters
D
reducenten

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar horen venus vliegenvallen bij?
A
producenten
B
consumenten 2e orde
C
afvaleters
D
reducenten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voedselketen is op de juiste manier genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

voedselweb

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel herbivoren zijn er in dit voedselweb?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

SCHRIJF OP - BLZ 136
voedselketen  
* geeft voedselrelaties weer
* pijltje staat voor de energiestroom: energie uit plant komt in dier, etc
- alg    krill    bultrug    orca

voedselweb
* geheel van voedselrelaties/voedselketens in een ecosysteem 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

producent
consument
afvaleter
reducent
trofisch niveau
voedselweb
voedselketen
autotroof
heterotroof

Wat vond je het lastigste
begrip van vandaag?

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zou je dit begrip aan je broertje/zusje/neefje/nichtje uitleggen?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

BEGRIPPENLIJST
voedselketen
voedselweb
de trofische niveaus
assimilatie
dissimilatie
piramide van aantallen
piramide van biomassa
productie
LET OP
Dit zijn de begrippen die in de uitleg voor zullen komen. 

Dit zijn niet alle blauwe woorden uit de tekst. 

Je moet ze wel allemaal kennen en kunnen toelichten. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

- glucose, eiwit, vet
- O2, CO2, H2O
* opbouw
* fotosynthese
(en bijv. aanmaak eiwitten)
* kost ATP
* afbraak
* verbranding
* komt ATP bij vrij

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SCHRIJF OP - BLZ 139
assimilatie
* kost energie
* van anorganische moleculen organische moleculen maken
- fotosynthese \ vorming van eiwitten (voortgezette assimilatie)

dissimilatie 
* komt energie bij vrij
* van organische moleculen anorganische moleculen maken
- verbranding 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke processen vinden plaats in producenten?
A
alleen dissimilatie
B
alleen assimilatie
C
dissimilatie en assimilatie
D
geen van allen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke processen vinden plaats in consumenten?
A
alleen dissimilatie
B
alleen assimilatie
C
dissimilatie en assimilatie
D
geen van allen

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

piramide van aantallen
piramide van aantallen

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

piramide van biomassa

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een piramide van ...
A
aantallen
B
biomassa

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft een piramide van aantallen altijd een piramidevorm? Waarom?
A
Ja, want het geeft altijd de schakels in de juiste volgorde weer
B
Ja, want het aantal individuen in elke schakel wordt altijd kleiner
C
Nee, want het aantal individuen kan groter zijn in de volgende schakel
D
Nee, want de schakels van een voedselketen kunnen soms in een andere volgorde staan

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voedselweb

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke drie manieren raakt er tussen de schakels uit de voedselketen energie verloren?

Slide 39 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SCHRIJF OP - BLZ 141
piramide van aantallen
* het aantal organismen per trofisch niveau
* kan verschillende vormen hebben

piramide van biomassa
* het totale gewicht van alle organische stofffen per trofisch niveau
* vrijwel altijd piramidevorm 

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

* de breedte van de pijl geeft de hoeveelheid energie weer
* de breedte van I = de breedte van R + P + F

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

blz 143
BINAS 93A.2
hierboven herken je het vorige plaatje!

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In een voedselketen bevatten de consumenten van de eerste orde meer vastgelegde energie dan de consumenten van de tweede orde.
De afbeelding is een weergave van het patroon van energiestromen in een ecosysteem.


Welke groep of groepen organismen kunnen deel uitmaken van trofisch niveau n?
A
producenten
B
consumenten
C
afvaleters
D
reducenten

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

blz 144
Wat voor informatie kan je uit de bronnen halen?

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In de afbeelding zie je een vereenvoudigd schema van de koolstofstromen op jaarbasis in het Grevelingenmeer. In het schema geven de pijlen koolstofstromen weer in gram koolstof per vierkante meter op jaarbasis (g ∙ m–2 ∙ j–1). In de vakken is de productie uitgedrukt (ook in g ∙ m–2 ∙ j–1).
De gemiddelde biomassa is uitgedrukt in gram koolstof per vierkante meter van het ecosysteem.

Welke drie groepen producenten zijn in de afbeelding weergegeven?

Slide 48 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er in de BINAS over deze paragraaf?

Slide 49 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

TO DO - komende lessen


di            * bespreken repetitie H5

wo          * bespreken 7.3 (/ 7.4 / 7.5)
                * 7.4 en 7.5 vooral zelf bestuderen!
do           * bespreken 7.6
                * doornemen belangrijke punten eind-PO 

DI 18 JUNI - SO begrippen deel III
DO 20 JUNI uur 5&6 - EIND-PO (microscopie, tekening, onderzoek, verslag)

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions