gedrag

Module gedragstoornis

Opdrachten

De volgende slides zijn opdrachten

 die horen bij hoofdstuk 1 gedrag.

Noem drie dingen die in je opkomen die invloed kunnen hebben op je gedrag.

Lees nu de paragraven die gaan over de factoren die gedrag beinvloeden.

Wat hoort bij elkaar? sleep het naar het juiste doel.

lichamelijke factoren

psychische factoren

sociale factoren

culturele en spirituele factoren

fysische en geografische factoren

honger

vrienden

winter

kleuter

ziekte

islam

intelligentie

verwchtingen

nederland

blind zijn

subcultuur

De volgende opdrachten gaan over de vaardigheden die horen bij de ontwikkeling van het kind en het gedrag van het kind

3. Structuur bieden en grenzen stellen.
Hoe kan je het op een andere manier zeggen?:
Nee, niet aankomen.

4. informatie en uitleg geven.
Noem drie dingen die je doet wanneer je met een kind in gesprek gaat.

Tips uit Martine F. Delfos

Tips voor een gesprek met kinderen:

• Ga op dezelfde (oog)hoogte zitten als het kind.
  
• Kijk naar een kind terwijl je praat. Wissel het maken van oogcontact af.
  
• Stel het kind op zijn of haar gemak. Metacommunicatie (zie onder) is een uitstekend middel om angst weg te nemen.
  
• Luister naar wat een kind zegt.
  
• Laat aan de hand van voorbeelden zien dat wat het kind zegt, effect heeft.
  
• Vertel het kind dat het moet vertellen wat het vindt of wil, omdat je het niet weet als het kind het je niet zegt.
  
• Combineer spelen met praten.
  
• Als je merkt dat het kind afhaakt, geef dan aan dat je het later zal voortzetten.
  
• Als het een moeilijk gesprek was, geef het kind dan de kans om tot zichzelf te komen.
  

Zaten jou 3 manieren om met een kind ingesprek te gaan tussen de lijst van Martine F. Delfos?

1. Ja
2. Nee

Casus

Je gaat met de BSO deze week op pad naar de kinderboerderij. Dit gebeurt niet regelmatig. Je wilt graag dat alles goed verloopt en dat alle kinderen kunnen genieten van de kinderboerderij.

Er zit een kind in de groep met ADHD.
Hoe zorg jij ervoor dat ook dit kind van het uitje naar de kinderboerderij kan genieten.
Beschrijf duidelijk hoe je met het kind bespreekt, wanneer je dit doet en wat de regels zijn.