4.2 Wat levert het op

Waarom is het belangrijk om te werken?
1 / 18
suivant
Slide 1: Question ouverte
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 39 min

Éléments de cette leçon

Waarom is het belangrijk om te werken?

Slide 1 - Question ouverte

4.2 Wat levert het op ?

Slide 2 - Diapositive

Hoe noemen we het maken van goederen en leveren van diensten?

Slide 3 - Question ouverte

Je eigen bedrijf

Slide 4 - Diapositive

Zou jij een eigen bedrijf willen starten?
en zo ja waarin/waarmee?

Slide 5 - Question ouverte

Ken je iemand met een eigen bedrijf? Wat doet hij/zij?

Slide 6 - Question ouverte

Door elke bewerking wordt het product telkens meer waard.
Hoe noem je dit?
A
Toegevoegde waarde
B
Rente
C
Bedrijfskolom
D
Produceren

Slide 7 - Quiz

Om ijs te maken heeft Henk 3 liter melk nodig. 1 literpak melk kost € 1,25. Hoeveel is Henk voor de melk kwijt.

Slide 8 - Question ouverte

Wat past het beste bij jou?
Als ik iets graag wil, kan ik ervoor zorgen dat het gebeurt.
Het lijkt me fijn om iedere maand een vast salaris te hebben.
Ik kan andere mensen goed overtuigen van mijn gelijk.
Ik vind het prettig als ik duidelijke opdrachten krijg.
Ik vind het leuk om mijn eigen ideeën en plannen te maken.

Slide 9 - Sondage

Mijn totale productiekosten van een paar schoenen zijn €18,75 en ik verkoop de schoenen voor €59,95. Wat is mijn winst?
A
€ 78,70
B
€77,80
C
€ 41,20
D
€ 18,75

Slide 10 - Quiz

Ilan heeft 9 stoelen gemaakt. De productiekosten waren €1800 euro. Wat kost een tafel per stuk om te maken?
A
€ 20
B
€ 200
C
€90
D
€900

Slide 11 - Quiz

Huiswerk
Maken opgave 23, 24 en 25

Slide 12 - Diapositive

Productiefactoren


Alles wat je nodig hebt om te kunnen produceren.

Slide 13 - Diapositive

Productiefactoren
Alles wat je nodig hebt om te kunnen produceren.

Onderverdelen in 3 groepen
1.  Natuur
2. Arbeid
3. Kapitaal

Slide 14 - Diapositive

Kapitaalgoederen
Machines en voertuigen vallen onder kapitaalgoederen

Het kopen van kapitaalgoederen heet investeren. 

Je investeert om beter of goedkoper te kunnen produceren = 
meer winst.

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk nakijken

Slide 16 - Diapositive

Winst
Formule
Opbrengst - kosten

De Gebo heeft op een dag € 424,- aan ijs verkocht. De kosten om het ijs te maken bedroegen € 234,-
Hoeveel is de winst?

Slide 17 - Diapositive

Maken
opdracht 29, 30 en 31




Huiswerk: 4.2  blz 120  


timer
10:00

Slide 18 - Diapositive