basis voor later vertrouwen te kunnen hebben in relaties
ernstige tekorten in basiszorg kan houding van wantrouwen creëren
Mary Ainsworth
Slide 1 - Diapositive
Mary Ainsworth
Amerikaans psycholoog heeft onderzoek verricht naar hechting tussen moeder en kind.
4 verschillende types van gehechtheid
angstig-vermijdende hechting
veilige gehechtheid
angstig-ambivalente gehechtheid
gedesoriënteerde gehechtheid
Slide 2 - Diapositive
Angstig vermijdende hechting
Slide 3 - Diapositive
Veilige hechting
Slide 4 - Diapositive
angstig-ambivalente gehechtheid
Slide 5 - Diapositive
Gedesoriënteerde gehechtheid
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Een veilige hechting ontstaat vanuit een gevoel van verbondenheid met de verzorger(s).
Onveilig gehechte kinderen klampen zich vast aan hun verzorger of gedragen zich juist heel onverschillig, of de situatie nu stressvol is of niet. Onveilig gehechte mensen krijgen vaker te kampen met allerlei psychische problemen en kunnen later moeilijker relaties aangaan.
De angsten op weg naar veilige hechting:
scheidingsangst: angst om gescheiden te worden van de opvoeders aan wie het kind
gehecht is.
vreemdenangst: angstig reageren op de aanwezigheid van vreemden.
Beide angsten kennen een hoogtepunt rond twaalf maanden. Ze tonen de toename van
cognitieve capaciteiten aan bij de baby.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Maak oefening 2 p155
Slide 11 - Diapositive
De baby reageert weinig tot niet op het vertrek van de moeder. Hij houdt zich sterk.
A
Veilige hechting
B
angstig-vermijdende (onveilige hechting
C
angstig-ambivalente (onveilige) hechting
D
gedesoriënteerde (onveilige hechting
Slide 12 - Quiz
De baby overreageert op het vertrek van de moeder. Hij toont zijn ongenoegen bij de terugkomst van zijn moeder. Hij is aanhankelijk.
A
Veilige hechting
B
angstig-vermijdende (onveilige hechting
C
angstig-ambivalente (onveilige) hechting
D
gedesoriënteerde (onveilige hechting
Slide 13 - Quiz
De baby is van slag wanneer de moeder de kamer verlaat, maar is snel getroost en gewend aan de nieuwe situatie. Hij heeft vertrouwen in de moeder
A
Veilige hechting
B
angstig-vermijdende (onveilige hechting
C
angstig-ambivalente (onveilige) hechting
D
gedesoriënteerde (onveilige hechting
Slide 14 - Quiz
Mengvorm van vermijdende en afwerende hechting. De baby reageert panisch in stressvollesituaties en vlucht.
A
Veilige hechting
B
angstig-vermijdende (onveilige hechting
C
angstig-ambivalente (onveilige) hechting
D
gedesoriënteerde (onveilige hechting
Slide 15 - Quiz
Erik Erikson
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Opdracht p158-159-160
Slide 21 - Diapositive
content.plantyn.com
Slide 22 - Lien
HOE KAN EEN OPVOEDER HET VERTROUWEN
VAN EEN BABY STIMULEREN?
Slide 23 - Diapositive
OP DE ZETEL BIJ HARRY HARLOW
°31/10/1905 - + 6/12/1981
Amerikaanse psycholoog
onderzoek van:
scheiding moeder en kind
afhankelijkheidsrelaties
sociale isolatie
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Hoe vertrouwen stimuleren?
sensitief en voorspelbaar
continuïteit
afscheid nemen (ritueel)
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
Wat zijn de belangrijkste voorwaarden om als kind een goede relatie op te bouwen met de opvoeder?