Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
4 MAVO hfst zouten 2024_2025
"oplossen en indampen van zouten"
1 / 44
suivant
Slide 1:
Diapositive
Scheikunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
44 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
"oplossen en indampen van zouten"
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Oplosvergelijkingen
Het oplossen van calciumnitraat
(s) --> Ca
2+
(aq) + 2 NO
3
-
(aq)
Schrijf in je schrift de oplosvergelijking van calciumchloride, CaCl
2
C
a
(
N
O
3
)
2
C
a
(
N
O
3
)
2
Slide 6 - Diapositive
Indampvergelijkingen
Omgekeerde van oplosvergelijkingen
2 NO
3
-
(aq) + Ca
2+
(aq) --> (s)
Schrijf in je schrift de indampvergelijking van een oplossing van calciumchloride
C
a
(
N
O
3
)
2
Slide 7 - Diapositive
2 zoutoplossingen mengen
Als je 2 zoutoplossingen met elkaar mengt, kunnen er 2 dingen gebeuren:
Het blijft een heldere oplossing: alle ionen blijven in oplossing
Het wordt een troebele suspensie: 2 soorten ionen reageren met elkaar en worden een slecht oplosbaar zout. Dit heet een
neerslag
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
tribune-ionen
Ionen die er wel zijn maar die niet meedoen met de reactie.
Als je het neerslag filtreert dan zitten de tribune-ionen in het filtraat.
Slide 11 - Diapositive
Loodcarbonaat maken
Loodcarbonaat is slecht oplosbaar (BINAS).
Om loodcarbonaat te maken moet je Pb
2+
ionen
mixen met CO
3
2-
ionen.
Slide 12 - Diapositive
Ongewenste ionen verwijderen!
Als er een neerslag ontstaat, heb je eigenlijk een zout gemaakt!
Je kunt een neerslag ook gebruiken om een ion uit de oplossing te halen.
Hoe doe je dat?
Slide 13 - Diapositive
voorbeeld
Stel, je wilt
fluoride-ionen
verwijderen uit een oplossing
Maak dan een oplossing van een
zout naar keuze
Voeg jouw gekozen oplossing toe aan de oplossing met F-
Filtreer de neerslag
Slide 14 - Diapositive
Hoe kies je
dat
zout
?
Hoe kies je het zout waarvan je een oplossing gaat maken?
Zoek een
ion
dat met
F
-
een
s
vormt in tabel 35
welk ion zou je kunnen kiezen?
Slide 15 - Diapositive
van ion naar gekozen zout
ok, je kiest bijvoorbeeld voor het calcium-ion
Ca
2+
zit niet los in een potje. Dat moet een zout zijn.
Dat
zout
moet
goed oplosbaar
zijn, dus kies voor NO
3
-
Het zout is dus Ca(NO
3
)
2
Slide 16 - Diapositive
van ion naar gekozen zout
ok, je kiest bijvoorbeeld voor het calcium-ion
Ca
2+
zit niet los in een potje. Dat moet een zout zijn.
Dat
zout
moet
goed oplosbaar
zijn, dus kies voor NO
3
-
Het zout is dus Ca(NO
3
)
2
Slide 17 - Diapositive
Ca
2+
F
-
s
NO
3
-
g
Slide 18 - Diapositive
Reactievergelijking
Ca
2+
(aq) + 2 F
-
(aq) --> CaF
2
(s)
Slide 19 - Diapositive
Positieve ionen die verhit worden gaan licht uitzenden. Ieder ion zijn eigen kleur.
(zie BINAS 38)
Slide 20 - Diapositive
verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Beide zouten goed oplosbaar, beide zouten Na-zouten.
Het verschil zit in het negatieve ion: PO
4
3-
of SO
4
2-
Slide 21 - Diapositive
verschil in oplosbaarheid
voorbeeld: natriumfosfaat of natriumsulfaat?
Het verschil zit in het negatieve ion: PO
4
3-
of SO
4
2-
Zoek een + ion dat met de ene
wel
en met de ander
niet
een neerslag vormt
Slide 22 - Diapositive
PO
4
3-
SO
4
2-
Slide 23 - Diapositive
PO
4
3-
SO
4
2-
Cu
2+
g
s
Slide 24 - Diapositive
Als je mini-oplosbaarheidstabel alleen maar g heeft. Wat krijg je dan?
A
Een heldere oplossing waarin alle ionen opgelost zijn
B
Een troebele suspensie waarin een slecht oplosbaar zout is ontstaan
Slide 25 - Quiz
Is deze stof goed oplosbaar?
N
a
2
C
O
3
A
ja
B
nee
Slide 26 - Quiz
Zouten zijn altijd ______ bij kamertemperatuur.
Wat moet op de lege plek ingevuld worden?
A
vloeibaar
B
opgelost
C
gasvormig
D
vast
Slide 27 - Quiz
Sleep de ionen naar de juiste locatie.
CO
3
2-
PO
4
3-
OH
-
NH
4
+
NO
3
-
nitraat-ion
ammonium-ion
hydroxide‑ion
fosfaat-ion
carbonaat-ion
Slide 28 - Question de remorquage
Welke ladingen kan een ijzerion hebben?
(Binas )
(30 s)
A
1+, 2+
B
2+, 3+
C
1+, 3+
D
2+, 4+
Slide 29 - Quiz
Opstellen zoutformule:
noteer naam van het zout
zet de ionen in symbolen
zet de lading van de ionen eronder
zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
schrijf de zoutformule op zonder lading
Voorbeeld 1:
magnesiumchloride
Mg
2+
Cl
-
2+ 1-
1
:
2
( Mg
2+
)
1
( Cl
-
)
2
Mg
2+
( Cl
-
)
2
Mg Cl
2
Slide 30 - Diapositive
Opstellen zoutformule:
noteer naam van het zout
zet de ionen in symbolen
zet de lading van de ionen eronder
zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
schrijf de zoutformule op zonder lading
Voorbeeld 2:
aluminiumsulfaat
Al
3+
SO
4
2-
3+ 2-
2 : 3
( Al
3+
)
2
( SO
4
2-
)
3
Al
3+
2
( SO
4
2-
)
3
Al
2
( SO
4
)
3
Slide 31 - Diapositive
Wat is de juiste verhoudingsformule van nikkel(II)jodide ?
(30 s)
A
Ni2I2
B
Ni2I
C
NiI2
D
NiI
Slide 32 - Quiz
Wat is de juiste verhoudingsformule van zinkhydroxide ?
(30 s)
A
Zn2 (OH)2
B
Zn2OH
C
Zn (OH)2
D
ZnOH
Slide 33 - Quiz
Wat betekent (III) in ijzer(III)oxide?
A
er zijn 3 ijzerionen
B
er zijn 3 oxide-ionen
C
de lading van Fe is 3+
D
de lading van oxide is 3-
Slide 34 - Quiz
Wat is de juiste verhoudingsformule van kaliumoxide ?
A
K2O2
B
K2O
C
KO2
D
K O
Slide 35 - Quiz
Wat is de juiste verhoudingsformule van calciumfosfaat ?
A
Ca3(PO4)2
B
Ca(PO4)3
C
Ca2(PO4)3
D
Ca3PO42
Slide 36 - Quiz
Wat is de juiste naam van het zout FeO?
Tip: kijk naar de lading van oxide om te weten wat de lading van het ijzerion moet zijn
A
ijzeroxide
B
ijzer(II)oxide
C
ijzerdioxide
D
ijzer(III)oxide
Slide 37 - Quiz
Hoe lost het zout HgCl op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water
Slide 38 - Quiz
Hoe lost het zout HgCl op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water
Slide 39 - Quiz
Hoe lost het zout Fe2O3 op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water
Slide 40 - Quiz
Hoe lost het zout lood(II)hydroxide op in water?
A
Goed
B
Slecht
C
Matig
D
Reageert in water
Slide 41 - Quiz
Geef de oplosvergelijking van het zout ZnBr2
Slide 42 - Question ouverte
Oplosvergelijking van een zout
ZnBr
2
bestaat uit Zn
2+
en 2 Br
-
Oplosvergelijking: ZnBr
2
-> Zn
2+
+ 2 Br
-
Slide 43 - Diapositive
Geef de indampvergelijking van een ammoniumchlorideoplossing
Slide 44 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
zouten
Février 2024
- Leçon avec
34 diapositives
Scheikunde
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 4-6
5.2 Zouten in water
Juillet 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
5.2 Zouten in water
Juillet 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H7.4 deel 3 oplossen les 6
Septembre 2020
- Leçon avec
11 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
28. H9.2 deel 2 oplossen les 5
Novembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
zouten
Février 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Scheikunde
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 4-6
Havo 4 Paragraaf 3.3
Septembre 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
V VWO Zouten Samenvatten en afronden tm 4.3
Février 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4