H6 6.1B flip

Hoofdstuk 6
Procenten en diagrammen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6
Procenten en diagrammen

Slide 1 - Diapositive

Voorbereiding voorafgaand aan de les
  • Plaats de foto's van de opgave. Opgaven niet leeg laten, snap je iets niet dan schrijf je een vraag op. Éen onderdeel leeg gelaten, dan telt het hele huiswerk als niet gemaakt.
  • Neem de theorie door, kijk het filmpje en neem de aantekening over in je schrift. 
  • Stel de vragen die je hebt over de nieuwe theorie.
Tijdens de les: 6, 7, 8, 9, 10

Slide 2 - Diapositive

Voorkennis opgave 5.
Lever het huiswerk in via een foto.

Slide 3 - Question ouverte

6.1 opgave 4.
Lever het huiswerk in via een foto.

Slide 4 - Question ouverte

Theorie voor deze les:
Leerdoel 4
Ik kan een procentuele afname uitrekenen.
  • Lezen theorie + voorbeeld blz. 53
  • Kijk het filmpje
  • Neem de aantekening over in je schrift
  • Beantwoord de vraag over de nieuwe theorie.
  • Wat snap je niet uit de theorie? Welke vragen heb je over de theorie? Vul dit in bij de vraag na de aantekening.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Aantekening leerdoel 4, theorie 6.1B
4. Ik kan een procentuele afname uitrekenen.


Of
nieuw = 0,88 x oud     (100-12 = 88       88/100 = 0,88)









Slide 7 - Diapositive

6a: Een spaarlamp van € 8,95 wordt 14% in prijs verlaagd. Berekend de nieuwe prijs. (berekening)

Slide 8 - Question ouverte

Vragen bij de theorie die je net bekeken hebt?
Geen vragen vul een 'x' in.

Slide 9 - Question ouverte

Dit gaan we in de les doen:
  • Bespreken huiswerk opgaven: feedback geven en vragen beantwoorden.
  • Vragen over de doorgenomen theorie beantwoorden.
  • Succescriteria klassikaal opstellen.

Slide 10 - Diapositive

Zeker opgave 8

Slide 11 - Diapositive

Voor de vakantie waren 70 leerlingen ziek. Na de vakantie zijn er 21% minder leerlingen ziek. Hoeveel leerlingen zijn er ziek na de vakantie?

Slide 12 - Question ouverte