1e les - introductie en gedeelte 2.1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Wat neem je mee
naar wiskunde

Wiskunde GT3

Periode 1

Proefwerk H2 (0,33x)

Proefwerk H3 (0,33x)

Proefwerk H1 (0,33x)

Formatieve toets H5 (moet V)

PTA H1, 2, 3 en 5 (1x)

Regels bij Wiskunde

Zorg dat je spullen voor elkaar zijn

Maak je opdrachten

Schrijf je berekeningen op

Geef op tijd aan als je het niet snapt

Windrichtingen

Welke volgorde van windrichtingen is de juiste?
Ga met de wijzers van de klok mee.

1. west, zuid, noord, oost
2. zuid, west, noord, oost
3. oost, noord, west, zuid
4. noord, oost, west, zuid

Welke windrichting is tegenovergesteld aan het oosten?

1. zuid
2. noord
3. west
4. geen van deze antwoorden is juist

Er staat een zuidenwind.
In welke richting blaast deze wind?

1. zuiden
2. oosten
3. westen
4. noorden

45

270

90

157,5

292,5

170

Welke windrichting hoort bij de koershoek?

O

ZO

ZW

90 graden

135 graden

225 graden

Pak je werkboek bladzijde 9

Aan de slag

Maken

Paragraaf 2.1 opdracht 7, 8, 9, 10, 11

Klaar?

maak opdracht 12, 

Een koers uitzetten gaat in 5 stappen, sleep de actie naar de goede stap.

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Draai de noordpijl van de koershoeksmeter naar het noorden.

Lees de koers af

Teken een lijn van vertrek- naar aankomstpunt

Draai de rode lijn van je koershoeksmeter

Leg de koershoeks- meter met het midden op het vertrekpunt

Tot welke vraag ben je gekomen met het huiswerk?

Koershoeken uitzetten en opmeten vind ik...

Moeilijk

soms moeilijk

gaat wel

meestal makkelijk

makkelijk

De volgende keer gaan we het hebben over schaal

Huiswerk voor de volgende les 7 t/m 12 van paragraaf 2.1