Nederlands ISK 5 zinsaccenten

Nederlands ISK 5 zinsaccenten
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands ISK 5 zinsaccenten

Slide 1 - Diapositive

Nederlands!

Slide 2 - Diapositive

Hoe gaat het met jullie vandaag?
😀 🙂 😐 ☹️ 😡

Slide 3 - Diapositive

herhaling; klemtonen
Waar ligt de klemtoon in de volgende woorden?

Slide 4 - Diapositive

Aan het einde van de les:
1. kan ik zeggen wat een zinsaccent is
2. kan ik een zinsaccent herkennen in een zin
3. kan ik een zin zeggen met een zinsaccent. 

Slide 5 - Diapositive

Wat is een zinsaccent:
1. Een zinsaccent is een nadruk op het belangrijkste woord van de zin. 


Slide 6 - Diapositive

Opdracht 1:
Zinnen: 
ik eet een broodje.
Ik eet een broodje. 

Betekenis:
1. Ik eet een broodje (niet 2).
2. Ik eet een broodje (niet een salade).

Slide 7 - Diapositive

zinsaccenten horen
1. Ik zeg 5 zinnen.
2. Schrijf op in welk woord het zinsaccent is. 

Slide 8 - Diapositive

Zelf zinsaccenten zeggen
1. Jullie gaan nu zinsaccenten zeggen
2. pak je klapper op tafel en ga naar opdracht 1.A
3. Denk na; Hoe ga jij de zinnen zeggen?
timer
1:00

Slide 9 - Diapositive

Geef het zinsaccent aan:
1. Ik ga jullie een verhaal vertellen over Linka.
2. Wanneer ik stop met praten, moeten jullie kiezen welke zin de volgende zin gaat zijn. 
3. Luister goed naar het zinsaccent. 

Slide 10 - Diapositive

Spiekbriefje maken voor de zinnen 
1. Jullie gaan zo zinnen zeggen met een zinsaccent.
2. Jouw klasgenoot moet het zinsaccent herkennen en er op kunnen antwoorden. 
3. De zinsaccenten moeten dus heel duidelijk zijn

Slide 11 - Diapositive

Spiekbriefje
1. Schrijf op jouw spiekbriefje 3 zinnen met een duidelijk zinsaccent. 
2. Je hebt 7 minuten om deze zinnen te bedenken
3. Ik loop rond om vragen te beantwoorden
timer
7:00

Slide 12 - Diapositive

Zinnen spreken met elkaar
1. Ik maak 2 groepjes in de klas.
Groepje 1 loopt door de klas heen
Groepje 2 blijft zitten
Groepje 1 gaat langs alle leerlingen van groepje 2 en voert de opdracht uit

Slide 13 - Diapositive

Aan het einde van de les:
1. kan ik zeggen wat een zinsaccent is
2. kan ik een zinsaccent herkennen in een zin
3. kan ik een zin zeggen met een zinsaccent. 

Slide 14 - Diapositive