week 4 les 1 en 2

Die Planung 
1. die Hausaufgaben
2. Grammatik
3. Vlog








1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Die Planung 
1. die Hausaufgaben
2. Grammatik
3. Vlog








Slide 1 - Diapositive

Wiederholung Grammatik
Übung 7, 8, 9 und 11
Seite 124.


Slide 2 - Diapositive

Übung 7 (Üben)
1 ein - das Mädchen
2 keine - Kartoffeln
3 eine -  die Kuh
4 ein -  derBruder
5 eine - die Übung
6 ein - das Kind (het kind)
7 eine - Schwester
8 keine - Schwestern
9 ein - der Fisch ( zelfstandig gebruikte werkwoordstam)

Slide 3 - Diapositive

Übung 8
1 genießt
2 sitzt
3 macht
4 setzt
5 stellt
6 tanzt
7 grüßt
8 grüße

Slide 4 - Diapositive

Übung 9
1 der Nachtisch
2 die Rechnung
3 das Brötchen
4 der Pfeffer
5 das Mädchen
6 die Aufgabe
7 die Grenze
8 die Mutter
9 der August 
10 die Freizeit

Slide 5 - Diapositive

Übung 10
1 benutzen
2 heißen 
3 saubermachen
4 vergleichen 
5 wünschen 
6 tanzen 

7 ergänzen 
8 teilen 
9 mitbringen 
10 übersetzen 
11 frühstücken 
12 zeichnen 

Van hoeveel woorden weet je de betekenis?

Slide 6 - Diapositive

Übung 10

1 benutzen – gebruiken
2 heißen - heten
3 saubermachen – schoonmaken
4 vergleichen – vergelijken
5 wünschen – wensen
6 tanzen – dansen


7 ergänzen – aanvullen / compleet maken
8 teilen - delen
9 mitbringen - meebrengen
10 übersetzen - vertalen
11 frühstücken - ontbijten
12 zeichnen - tekenen

Slide 7 - Diapositive

Kennen jullie deze nog?
Een handig ezelsbruggetje voor het vervoegen
van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd

I    D    E    W    I    S
(fe)   e    st    t   en   t   en         


Slide 8 - Diapositive

Hoofdregel (feesttenten)
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 9 - Diapositive

regel voor regelmatige werkwoorden 
met stam eindigend op -d of -t
reden
FE-
ich
rede
du
red(e)st
er / sie / es
red(e)t
wir
reden
ihr
red(e)t
sie / Sie
reden
antworten
FE-
ich
antworte
du
antwort(e)st
er / sie / es
antwort(e)t
wir
antworten
ihr
antwort(e)t
sie / Sie
antworten

Slide 10 - Diapositive

Deze regel geldt bij bijvoorbeeld de volgende werkwoorden:

  • antworten
  • reden
  • arbeiten
  • finden
  • kosten
  • warten

Slide 11 - Diapositive

ik meld (melden)
A
ich melde
B
ich melden
C
ich meldet
D
ich meldest

Slide 12 - Quiz

jullie paardrijden (reiten)
A
ihr reiten
B
ihr reitst
C
ihr reitet
D
ihr reite

Slide 13 - Quiz

zij praten (reden)
A
sie redet
B
sie reden
C
sie redst
D
sie redet

Slide 14 - Quiz

wij werken (arbeiten)
A
wir arbeiten
B
wir arbeitest
C
wir arbeitet
D
wir arbeite

Slide 15 - Quiz

hij werkt (arbeiten)
A
er arbeitet
B
er arbeiten
C
er arbeite
D
er arbeitest

Slide 16 - Quiz

julie wonen (wohnen)
A
ihr wohnt
B
ihr wohnet
C
ihr wohne
D
ihr wonst

Slide 17 - Quiz

reden
Ihr ....... immer viel zu viel.
A
rede
B
redest
C
redet
D
reden

Slide 18 - Quiz

Antworten
Carla ................ auf die Frage.
A
antwort
B
antwortt
C
antwortet

Slide 19 - Quiz

warten
Du ...... auf den Bus.

Slide 20 - Question ouverte

kosten

Das Sofa ..... viel Geld.

Slide 21 - Question ouverte

Aan de slag
Übung 21 - kies tussen 2 werkwoorden
Übung 22 a - maak de juiste vorm. Let op voltooid deelwoord
Übung 22 b - gebruik het juiste hele werkwoord uit 22 a - vervoeg het op de juiste manier

Slide 22 - Diapositive

Fertig
- ga aan de slag met de vlog
- woensdag: werken aan vlog - vragen stellen.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Stadt
1970
Sonntagabend
90 Minuten
Gesellschaft
20:15
Dialekt

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Stadt
1970
Sonntagabend
90 Minuten
Gesellschaft
20:15
Dialekt

Slide 27 - Diapositive

Was ist Tatort
  • Tatort ist Aktuell - alles was in Gesellschaft passiert - bald in Tatort
  • Jeden Sonntag eine andere Stadt
  • der Lokale Dialekt wird gesprochen
  • Typische Landschaften und  Bräche / Traditionen
  • andere Leute, die auf der Jagd nach Kriminellen sind



Slide 28 - Diapositive