1kader 3.4 Schrijven-formuleren

Welkom!
1
WELKOM!
2
Schrift
  Laptop
Leg op tafel:
Log in: 

3.4 schrijven-formuleren
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom!
1
WELKOM!
2
Schrift
  Laptop
Leg op tafel:
Log in: 

3.4 schrijven-formuleren

Slide 1 - Diapositive

Doel van deze les:

  • Aan het eind van deze les weet ik hoe ik een verslag schrijf
  • Hoe ik een titel kan bedenken
  • Hoe ik een goede inleiding kan schrijven
  • Wat een synoniem is en hoe ik dat gebruik


Alles ter voorbereiding op je presentatie!

Slide 2 - Diapositive

Stap 1:  Voor wie schrijf je het ?
Wie gaat het lezen? =Doelgroep
Waarom?
Wat wil je gaan vertellen?
Waarom?

Slide 3 - Diapositive

Stap 2:  Hoe moet het eruit zien?

Stap 2:
Hoe moet het verslag er aan het eind uitzien?
Opbouw:
  • titel 
  • inleiding -binnenkomer, vraag, benoemen onderwerp
  • kern (W& H vragen)
  • slot
  • naam

Slide 4 - Diapositive

Stap 3: Het schrijven/volgorde
1. Kern: wie; wat; waar; wanneer; waarom; hoe
2. Slot: conclusie/ samenvatting
3. Inleiding: introductie van je verslag/ korte opwarmer
4. Titel : opvallend/ aantrekkelijk!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Als je een verslag schrijft, waar begin je dan mee?
A
Titel
B
slot
C
inleiding
D
kern

Slide 7 - Quiz

Uit welke onderdelen bestaat een verslag?
A
Titel, inleiding en kern
B
Titel en de kern
C
Inleiding, kern en slot
D
Titel, inleiding, kern en slot,

Slide 8 - Quiz

Wat schrijf je onder het verslag?

Slide 9 - Question ouverte

Opdrachten 3.4
Maken: 4-5-8-10
Opdracht 16-17-18
Schrijven van een verslag
# Onderwerp=spreekbeurt
# Check het beoordelingsformulier op blz. 217
# Lever het word document in ELO in
# Eisen: 100-150 woorden
                   (lettertype 12)
Heb je nog moeite:
Bekijk eerst de oranje dia's 11-12-13-14
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Welk onderwerp kies jij voor je verslag en spreekbeurt?

Slide 11 - Question ouverte

Compliment voor Nieks voorlezen:

Slide 12 - Question ouverte

kern
Wie? 
Wat?
Waar?
Waarom?
Wanneer?
Hoe?

Slide 13 - Diapositive

Slot
In het slot schrijf je wat je ervan vond of maak je een kleine samenvatting/conclusie 


Slide 14 - Diapositive

Inleiding
De inleiding is best wel belangrijk.  
Je vertelt kort waar het verslag over gaat en gebruikt een binnenkomer.

Maar je schrijft dit stukje pas als je de rest klaar hebt, want dan weet je precies wat je al in je verslag hebt.

Slide 15 - Diapositive

De Titel
Boven het verslag schrijf je een goede titel. 
Dit doe je pas als je alles klaar hebt!
Dit trekt de aandacht van je lezer/publiek.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Aantekeningen
Ezelsbruggetje: wanneer is het
                     die en dat
Heel eenvoudig: 

die gebruik je bij de woorden: de man die daar loopt.
dat gebruik je bij het woorden: het meisje dat daar loopt.

Slide 20 - Diapositive

Schrijftaak 11 t/m 15 (48) 
Je hebt nu alle leerstof doorlopen en gaat zelf schrijven
  • Controleer je tekst nog eens voor je hem inlevert.

Pas het nog aan met verwijswoorden als dit kan 
De controlelijst vind je op blz. 49 in boek 1B
Lever het vervolgens in  ELO>opdrachten

Slide 21 - Diapositive