3.4 Schrijven en formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

1

WELKOM!

2

3

Pak je boek op    blz 209

Maak opdracht 1

Log in:

Doel van deze les:

• Aan het eind van deze les weet ik:
• hoe ik een verslag schrijf
• Hoe ik een titel kan bedenken
• Hoe ik een goede inleiding kan schrijven
• Wat een synoniem is en hoe ik dat gebruik

schrijven over wielrennen

Verslag schrijven blz. 210

1. Inleiding= eerste alinea: waar gaat het verslag over= onderwerp benoemen
2.  kern= schrijf wat er is gebeurd in logische volgorde> gebruik signaalwoorden: eerst, daarna, vervolgens, toen, verder, ten slotte
3. schrijf feiten, geen meningen en details
4. zet je naam onder het verslag
5. noteer de bron

Een goede inleiding:

Inleiding: Binnenkomer om de aandacht te trekken

Hoe: stel een vraag of vertel een anekdote(kort verhaaltje met een gebeurtenis)

Titel: trekt ook de aandacht. Kort en krachtig

synoniemen: varieer in je woordkeus

Inleiding

De inleiding is erg belangrijk.  

Je vertelt kort waar het verslag over gaat en gebruikt een binnenkomer.

De Titel

Boven het verslag schrijf je een goede titel. 

Dit doe je pas als je alles klaar hebt!

Dit trekt de aandacht van je lezer/publiek.

kern

Wie? 

Wat?

Waar?

Waarom?

Wanneer?

Hoe?

Slot

In het slot schrijf je wat je ervan vond of maak je een kleine samenvatting/conclusie 

Als je een verslag schrijft, waar begin je dan mee?

1. Titel
2. slot
3. inleiding
4. kern

Uit welke onderdelen bestaat een verslag?

1. Titel, inleiding en kern
2. Titel en de kern
3. Inleiding, kern en slot
4. Titel, inleiding, kern en slot,

Wat schrijf je onder het verslag?

Opdrachten

H.3.4 schrijven

Wat: opdr. 7

tijd: 10 minuten

Hoe: word-document

Afsluiting

Morgen valt jullie les Nederlands uit. 

Jullie huiswerk voor volgende week dinsdag:

• opdracht 2, 3 en 4 op blz. 210-211
• opdracht 8 (e hoeft niet), 9 en 10 op blz. 214-215