3.4 Schrijven-formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom!

1

WELKOM!

2

Boek- studiewijzer/mapje 

Pak alvast je spullen

Log in

We starten met lezen in je leesboek.

Aantekeningen schrift

Laptop

Etui en je leesboek

3

4

Doel van deze les:

• Aan het eind van deze les weet ik hoe ik een verslag schrijf
• Hoe ik een titel kan bedenken
• Hoe ik een goede inleiding kan schrijven
• Wat een synoniem is en hoe ik dat gebruik

schrijven

Verslag schrijven blz.210

1. Inleiding= eerste alinea: waar gaat het verslag over= onderwerp benoemen
2.  kern= schrijf, wat er gebeurt in logische volgorde> gebruik signaalwoorden: eerst, daarna, vervolgens, toen, verder, ten slotte
3. schrijf feiten, geen meningen en details
4. zet je naam onder het verslag
5. noteer de bron

verslag schrijven

Inleiding: Binnenkomer om de aandacht te trekken

Hoe: stel een vraag of vertel een anekdote(kort verhaaltje met een gebeurtenis)

Titel: trekt ook de aandacht. Kort en krachtig

synoniemen: varieer in je woordkeus

Opdrachten 3.4 

H.3.4 schrijven

Wat: opdr. 7a+b

tijd: 10 minuten

Klaar: 

8 + schrijftaak blz.217

=

kern

Wie? 

Wat?

Waar?

Waarom?

Wanneer?

Hoe?

Slot

In het slot schrijf je wat je ervan vond of maak je een kleine samenvatting/conclusie 

Inleiding

De inleiding is best wel belangrijk.  

Je vertelt kort waar het verslag over gaat en gebruikt een binnenkomer.

Maar je schrijft dit stukje pas als je de rest klaar hebt, want dan weet je precies wat je al in je verslag hebt.

De Titel

Boven het verslag schrijf je een goede titel. 

Dit doe je pas als je alles klaar hebt!

Dit trekt de aandacht van je lezer/publiek.

Als je een verslag schrijft, waar begin je dan mee?

1. Titel
2. slot
3. inleiding
4. kern

Uit welke onderdelen bestaat een verslag?

1. Titel, inleiding en kern
2. Titel en de kern
3. Inleiding, kern en slot
4. Titel, inleiding, kern en slot,

Wat schrijf je onder het verslag?