Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
B04 22-03-2021
bonjour à tous!
B04 // 22-03-2021
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
bonjour à tous!
B04 // 22-03-2021
Slide 1 - Diapositive
Plan d'aujourd'hui
Le verbe 'Aller' + les question
Les devoirs
Slide 2 - Diapositive
Het werkwoord 'aller'
'Aller' betekent in het Nederlands 'gaan'.
'Aller' is een onregelmatig werkwoord, net als 'être' en 'avoir' die je eerder hebt geleerd.
Slide 3 - Diapositive
Het werkwoord 'aller' vervoegen:
Frans
Nederlands
je vais
ik ga
tu vas
jij gaat
il/elle va
hij/zij gaat
on va
wij gaan
nous allons
wij gaan
vous allez
u gaat/jullie gaan
ils/elles vont
zij gaan
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Vul de goede vorm van 'aller' in:
je ...
A
vais
B
vas
C
va
D
vont
Slide 6 - Quiz
Vul de goede vorm van 'aller' in:
on ...
A
vas
B
va
C
allons
D
allez
Slide 7 - Quiz
Vul de goede vorm van 'aller' in:
vous ...
A
allons
B
allez
C
aller
D
vont
Slide 8 - Quiz
Vul de goede vorm van 'aller' in:
elle
A
vais
B
vas
C
va
D
vont
Slide 9 - Quiz
Vul de goede vorm van 'aller' in:
Les amis ...
A
va
B
allons
C
vont
D
aller
Slide 10 - Quiz
De toekomende tijd
Als je iets wilt zeggen in het Frans dat nog moet gaan gebeuren, dan gebruik je een vorm van 'aller' + een heel werkwoord.
Zinsvolgorde wordt dan:
onderwerp + vorm van aller + heel werkwoord + rest van zin
Slide 11 - Diapositive
De toekomende tijd
Zinsvolgorde wordt dan:
onderwerp + vorm van aller + heel werkwoord + rest van zin
Voorbeelden:
Je
vais
faire du shopping
à Amsterdam. --> Ik
ga
shoppen
in Amsterdam.
Il
va
acheter
un nouveau pantalon. --> Hij
gaat
een nieuwe broek
kopen
.
Slide 12 - Diapositive
Elle (gaat bezoeken) la Tour Eiffel.
A
vais visiter
B
vas visiter
C
va visiter
D
visiter
Slide 13 - Quiz
Vous (gaat dragen) une robe rouge.
A
allons porter
B
allez porter
C
vont porter
D
porter
Slide 14 - Quiz
Tu (gaat vinden) ton livre!
A
vais trouver
B
vas trouver
C
allez trouver
D
vont trouver
Slide 15 - Quiz
Faites les exercices
Maken in de onlinemethode grammaire 1
Slide 16 - Diapositive
Les devoirs
Donderdag 25-03:
Maken in de onlinemethode grammaire 1
Slide 17 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Het werkwoord 'aller'
Juin 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Het werkwoord 'aller'
Mars 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Het werkwoord 'aller'
il y a 7 jours
- Leçon avec
17 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
week 21 Het werkwoord 'aller'/ futur proche
Mai 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Het werkwoord 'aller'
Février 2024
- Leçon avec
28 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Het werkwoord 'aller'
Mai 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Het werkwoord 'aller'
Avril 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Chapitre 7 herhalingen
Mai 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Frans
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1